Zorgen over gevolgen van wegvallen medische arrestantenzorg voor forensische geneeskunde

De uitkomst van de aanbesteding voor medische arrestantenzorg (MAZ) is bekend geworden. In geen enkele regio is de medische arrestantenzorg gegund aan de GGD. De aanbesteding is in alle regio’s gewonnen door een en dezelfde aanbieder van huisartsenzorg. Net als het Forensisch Medisch Genootschap (FMG) maken wij ons grote zorgen over de gevolgen van het wegvallen van de medische arrestantenzorg voor het vakgebied van de forensische geneeskunde.

Als GGD GHOR Nederland hebben wij altijd gestaan voor het behouden van de MAZ als onderdeel van de publieke taak van forensische geneeskunde. Inhoudelijk vormt de MAZ een belangrijke verrijking van het vak van forensische geneeskunde. Het werk van forensisch artsen en verpleegkundigen wordt door het wegvallen van de MAZ minder afwisselend en kan dus als minder aantrekkelijk worden ervaren. Daardoor kan de interesse in het vakgebied en de opleidingen afnemen, met in de toekomst gevolgen voor de al kwetsbare beschikbaarheid van forensisch artsen voor de overgebleven taken: lijkschouw en forensisch medisch onderzoek. Dit heeft nadelige gevolgen voor de strafrechtketen, waar forensisch artsen een belangrijke rol in spelen. Ook beperkt het wegvallen van de MAZ het bredere maatschappelijke zicht op de ontwikkelingen in de samenleving op het gebied van zorg en veiligheid. Denk hierbij aan problematiek rondom verwardheid, drugs en misbruik.

In 2023 bestond 43% van de verrichtingen van forensisch artsen uit medische arrestantenzorg. GGD’en voeren de verschillende onderdelen van de forensische geneeskunde momenteel in samenhang uit. De infrastructuur hiervoor moet – ook nu de medische arrestantenzorg wegvalt – wel overeind blijven, wat gevolgen heeft voor de relatieve kosten daarvan.