GGD toezicht: lokaal ingebed en met maatschappelijke impact

GGD toezicht: lokaal ingebed en met maatschappelijke impact

Daarom GGDJeugd

Met toezicht dragen GGD’en bij aan de publieke gezondheid en beschermen zij kwetsbare inwoners. Judith Ottens en Annelies Buigholt komen als toezichthouders op uiteenlopende plekken; van kindercentra tot asielzoekerscentra, van Wmo-organisaties tot tattooshops. Die zijn vaak blij met het inspectie-oordeel, zelfs als die kritisch is.

Judith Ottens begon bij GGD Drenthe met het toezicht op de gastouder- en kinderopvang, wat in de loop der jaren werd aangevuld met toezicht op tattoo- en piercingshops en Wet maatschappelijke opvang (Wmo)-organisaties. Annelies Buigholt begon als toezichthouder in Friesland voor infectieziekten en kinderopvang. Momenteel houdt ze toezicht op de kinderopvang, asielzoekerscentra en grote evenementen. Ze bezoekt bijvoorbeeld de TT-campings, het bloemencorso en de Zuidlaardermarkt. In het verleden hield ze ook toezicht op seksbedrijven. Zo heeft elke toezichthouder weer een ander pakket. Elke twee of drie jaar wisselen de Drentse toezichthouders van gemeente. Niet alleen houdt dat het werk leuk en fris, maar ook worden zo blinde vlekken voorkomen.

Image related to to

Het toezicht op de kinderopvang, die wettelijk verplicht door de GGD geïnspecteerd wordt, neemt de meeste tijd in beslag. Bij al die organisaties inspecteren de toezichthouders of de kwaliteitseisen voor de kinderopvang worden nageleefd. Daarbij gaat het om hygiëne en veiligheid, maar ook over de pedagogische praktijk, het klachtenbeleid en de naleving van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. ‘Ook als je hier heel lang werkt zoals ik, leer je elke dag weer bij’, zegt Buigholt. ‘De Wet kinderopvang verandert continu, dus er zijn altijd nieuwe dingen om rekening mee te houden. Dat maakt het werk ook zo leuk.’

Anders georganiseerd

Bij het toezicht op de Wmo ligt de nadruk op de kwaliteit van zorg en het zorgplan. De criteria hiervoor zijn een stuk abstracter dan in de kinderopvang, vertelt Ottens. ‘Het personeel moet bijvoorbeeld deskundig zijn, maar de wet omschrijft niet wat dat precies inhoudt.’ Het zijn de gemeenten die daarin hun eigen keuzes mogen maken, binnen het Wmo-kwaliteitskader. Terwijl de kinderopvang landelijk verplicht onder GGD-toezicht staat, is dat bij de Wmo niet het geval. Dat maakt deze sector lastiger te beoordelen. In Drenthe houden we maar in twee gemeenten toezicht op de Wmo.’ In de GGD-regio’s is het toezicht verschillend samengesteld, afhankelijk van de lokale situatie en de vraag. De regio’s met grote gemeenten hebben voor de Wmo vaak een aparte toezichthouder.

Positief opgepakt

GGD’en hebben tot taak om kwetsbare inwoners, zoals kinderen, te beschermen en de publieke gezondheid en veiligheid van inwoners te bevorderen. Op welke momenten merken de twee dat ook echt in hun dagelijkse praktijk als toezichthouder? Ottens vertelt over een kinderopvangorganisatie waar ze het pedagogisch beleid afkeurde, omdat het zo onrustig en rommelig op de groep was, met constant drukke kinderen. ‘Dat vind ik pijnlijk, want de pedagogische praktijk is voor de kinderopvang toch een hoofdtaak. Maar de volgende keer dat ik langs kwam, bleek dat ze het heel positief hadden opgepakt. De rust was terug en de houder was juist blij met het rapport.’ Haar collega heeft dezelfde ervaring. ‘Als je iets afkeurt is er aanvankelijk veel weerstand, maar later zeggen mijn gesprekspartners bijna altijd: je had gelijk. Ik zeg altijd: zie het als een leermoment.’

Maar ook in andere sectoren maken toezichthouders het verschil. Zo was het lange tijd moeilijk om de TT-campings te doordringen van de noodzaak om het risico op legionella aan te pakken. Buigholt stak er veel energie in. Toen een legionella-melding gelinkt werd aan een TT-camping, maakte dat de ondernemers al wat ontvankelijker. ‘Het jaar daarop hoefde ik veel minder uit te leggen over de noodzaak van beheersmaatregelen en een risicoanalyse’, vertelt Buigholt. Of neem de jaarlijkse Zuidlaardermarkt, waar ze twee keer per dag controleert. ‘De vorige keer constateerde ik ‘s ochtends dat het juiste schoonmaakmateriaal voor de toiletten ontbrak. Nadat mijn overleg met de coördinator was het ‘s middags alweer opgelost.’

Lokaal beleid

Het GGD-toezicht wordt zoveel mogelijk met het lokale gemeentelijke beleid verweven. Over de kinderopvang is er een tweewekelijks overleg met alle gemeenten binnen de regio. Daarnaast wordt beleid ook apart met gemeenten afgestemd. ‘Met sommige gemeenten voer ik intensief overleg de kinderopvang’, vertelt Buigholt. Dat kan bijvoorbeeld gaan over een advies over handhaving bij een kinderopvangorganisatie. GGD Drenthe kan dan, in overleg met de gemeente, een herstelaanbod doen. ‘Zij willen graag onze kijk op de situatie weten.’ Ook als GGD Drenthe signalen krijgt dat er bij een organisatie iets niet goed gaat, overlegt de toezichthouder met de gemeente of er onderzoek nodig is. Buigholt: ‘Zo vullen GGD en gemeente elkaar aan.’

Om het Wmo-toezicht eenduidig te maken, is er veel onderlinge afstemming. Tijdens een kwartaaloverleg voor toezichthouders en gemeenteambtenaren in Drenthe worden casussen uitgewisseld. De toezichthouders tattoo- en piercing van de drie noordelijke regio’s hebben een gezamenlijke appgroep en de toezichthouders kinderopvang van de noordelijke provincies overleggen elk kwartaal.

Up-to-date blijven

Dat is bijvoorbeeld handig bij grote kinderopvangorganisaties die in alle drie de provincies locaties hebben. Zo bleek onlangs dat GGD Fryslân een handhavingsadvies had gegeven over een alternatieve oudersommissie op de ene locatie, terwijl Drenthe en Groningen zo’n oudercommissie op andere locaties hadden goedgekeurd, vertelt Buigholt.

Image related to to

Door ervaringen uit te wisselen, zorgen de toezichthouders ervoor dat ze op verschillende plekken op dezelfde manier oordelen. Ook stemmen de drie noordelijke regio’s met elkaar af hoe om te gaan met de leidster-kindratio in een tijd van personeelstekorten.

Ontdooien

Het is de afwisseling die hun werk zo leuk maakt, vinden zij. Ottens: ‘Voor het toezicht op de tattooshops kom ik op ontzettend veel verschillende plekken; ik heb te maken met heel stoere tatoeëerders tot de dames van de permanente make-up in schoonheidssalons.’ Buigholt sluit zich daarbij aan. ‘Soms denk je: waar kom ik nou weer terecht?’ Ze voeren graag gesprekken met de beroepskrachten in de kinderopvang. Ottens: ‘Vaak vinden zij het heel spannend dat ik langskom, maar gaandeweg merken ze dat ze het eigenlijk wel leuk vinden.’ Buigholt: ‘Ik zeg wel eens: je doet het hartstikke goed. Dan ontdooien ze.’