In Lissabon vindt deze week de European Public Health (EPH) Conference plaats. Experts uit heel Europa komen samen om inzichten over publieke gezondheid te delen. Karin Boode, strategisch adviseur jeugd bij GGD GHOR Nederland, is deze week aanwezig op het congres en speelt hier een bijzondere rol. Ze is aanwezig om recente Nederlandse bevindingen over schermgebruik en smartphonevrije klassen te delen. “We zien interessante effecten op sociale interactie en schoolprestaties sinds het mobieltjesverbod”, vertelt Boode.
Effecten van smartphonevrije klassen
Nederland voerde begin dit jaar een verbod op mobiele telefoons in klaslokalen in. Volgens Boode zijn de eerste resultaten positief. “Uit een recente enquête blijkt dat er een duidelijke afname is in afleiding in de klas,” legt ze uit. “Zo’n 21 procent van de leerlingen geeft aan minder afgeleid te zijn door hun smartphone, wat kan leiden tot betere schoolprestaties en minder stress.” Daarnaast is er nog een belangrijk resultaat zichtbaar: minder online pesten. “Het verbod lijkt ook bij te dragen aan een veiliger klimaat op scholen. Het aantal meldingen van online pesterijen is met maar liefst 40 procent gedaald,” voegt ze toe.
Boode merkt verder op dat het verbod ook een positief effect heeft op de sociale interactie van jongeren. “Meer dan 50 procent van de jongeren geeft aan dat ze tijdens pauzes vaker met elkaar in gesprek gaan, en 40 procent ervaart de lunchpauzes als gezelliger doordat jongeren minder op hun telefoon kijken. Dit soort uitkomsten geven ons inzicht in hoe belangrijk het is om regels rondom mobiele telefoongebruik serieus te nemen.”
Karin Boode geeft een presentatie op de EPH Conference in Lissabon.
Kennisdeling en Europese samenwerking
Tijdens het congres vervult Boode meerdere rollen. Als bestuurslid van PHned is ze aanwezig bij de Governing Board-vergadering van de EPH Conference, waar de organisatiedetails van het congres worden besproken. Daarnaast treedt ze op als lid van de stuurgroep Child- and Adolescent Public Health, één van de subcommissies van het congres. “In de Join The Network-meeting, wisselen jeugdgezondheidsprofessionals uit Europa ideeën uit over actuele onderwerpen”, zegt Boode. Deze week bespreken de deelnemers hoe landen binnen Europa omgaan met beleidsvraagstukken rondom schermtijd en sociale media voor jongeren. “Het is inspirerend om te horen hoe verschillende landen deze uitdaging aanpakken en welke ideeën zij hebben voor effectief beleid.” Het congres valt toevallig samen met de Week van de Mediawijsheid, die ook in het teken staat van bewust omgaan met media en schermen – een onderwerp dat volop aan bod komt op het congres.
Invloed van sociale media op mentale gezondheid
Naast haar presentatie over smartphonevrije klassen, geeft Boode samen met twee anderen een presentatie over de invloed van de omgevingsfactoren op mentale gezondheid van jongeren en de mogelijke beleidsmaatregelen hierover. Ze verwijst naar een recent onderzoek van de Universiteit van Amsterdam naar de invloed van sociale media op de mentale gezondheid van jongeren. “De resultaten zijn zorgwekkend: zestig procent van de jongeren geeft aan dat platforms als TikTok, YouTube en Instagram hun mentale gezondheid negatief beïnvloeden.” zegt Boode. “Daartegenover zien we dat platforms als WhatsApp en Snapchat juist positief kunnen bijdragen, mogelijk omdat die meer gericht zijn op directe communicatie met vrienden.”
De kracht van kennis delen
Het congres biedt Boode ook de kans om de eerste bevindingen te bespreken uit een verdiepend onderzoek dat voortkomt uit de Gezondheidsmonitor Jeugd 2023. “We hopen dat deze resultaten aanzetten tot verdere discussies binnen Europa,” legt Boode uit. “Iedereen hier beseft dat schermgebruik en sociale media grote invloeden hebben op jongeren. Door onze kennis te delen, inspireren we elkaar om samen te werken aan betere beleidsmaatregelen.”
“Het mooie van de EPH Conference is dat we niet alleen ervaringen delen, maar ook gezamenlijk zoeken naar oplossingen,” besluit Boode. “Door met Europese collega’s in gesprek te gaan, zetten we belangrijke stappen naar een gezonde toekomst voor jongeren.”