Het zojuist verschenen Vaccinatiegraadrapport laat zien dat de landelijke vaccinatiegraad voor het eerst in 5 jaar is verhoogd ten opzichte van vorige jaren. GGD GHOR Nederland, ActiZ en AJN Jeugdartsen Nederland zijn trots op de bijdrage die hun jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen daaraan hebben geleverd. Meer gesprekken met ouders en meer lokale initiatieven werpen hun vruchten af. De koepelorganisatie, de branchevereniging en de wetenschappelijke vereniging voor jeugdartsen vragen echter blijvend aandacht voor de noodzaak om te investeren in meer en betere gesprekken over vaccineren.
Ook al ligt de vaccinatiegraad voor ernstige infectieziektes in Nederland boven de 90%, de vaccinatiegraad ligt nog steeds onder de geadviseerde norm van de WHO en het blijft nodig om het infectierisico voor kinderen verder te verkleinen. Jeugdartsen en -verpleegkundigen zien het voeren van het goede gesprek én het kiezen voor andere manieren en locaties om dit gesprek te voeren, als de belangrijkste manier om de vaccinatiegraad verder te verhogen. Dat is één van de uitkomsten uit een uitvraag van GGD GHOR Nederland onder ruim 500 jeugdartsen en -verpleegkundigen van GGD’en.
Verplichten is niet de oplossing
Het merendeel van de geraadpleegde jeugdartsen en -verpleegkundigen merkt dat de gesprekken in hun spreekkamer veranderen. Veel ouders hebben vragen over wat ze (online) lezen over vaccineren. En vertrouwen niet simpelweg op de professional of de wetenschap.
Hugo Backx, directeur GGD GHOR Nederland: “We moeten blijven investeren in deze veranderende gesprekken. Scholing op andere gesprekstechnieken, meer tijd per ouder, de ruimte en tijd om op andere plekken dan op het consultatiebureau ouders te spreken. Jeugdartsen en – verpleegkundigen kiezen massaal voor het voeren van het goede gesprek met ouders als aanpak voor het verhogen van de vaccinatiegraad en zien verplichten als uiterste maatregel wanneer de vaccinatiegraad te ver daalt. Hiervan is nu geen sprake”.
Astrid Nielen, voorzitter AJN Jeugdartsen Nederland: “We moeten daarnaast ook blijven investeren in het actief in gesprek gaan met ouders van kinderen en jongeren van 4-18 jaar én met jongeren zelf over vaccinaties en het doel van vaccineren. Ook voor deze leeftijdsgroep is het belangrijk om op meerdere momenten en plaatsen het gesprek over ‘het tweede deel’ van het Rijksvaccinatieprogramma te kunnen voeren en vaccinaties laagdrempelig aan te bieden. We zien ook kansen in lokale samenwerking, zoals met het onderwijs”.
Vaccinatieprogramma’s gaan door ondanks corona
De WHO heeft in maart jl. het belang benadrukt om door te blijven gaan met het landelijke vaccinatieprogramma, ondanks de invoering van maatregelen om de impact van COVID-19 op de samenleving te verminderen. Het uitstellen van vaccinaties, in het bijzonder vaccinaties die kinderen basisimmuniteit geven, heeft tot gevolg dat meer kinderen vatbaar zijn voor deze ziekten, wat de kans vergroot op andere infectieziekte uitbraken naast COVID-19, zoals mazelen, kinkhoest, pneumokokkenziekte of meningokokkenziekte.
Angela Bransen, afdelingsdirecteur Jeugd ActiZ: “We zijn er trots op dat we ook in tijden van corona de uitvoering van het Rijksvaccinatieprogramma hebben kunnen voortzetten. De Jeugdgezondheidszorg heeft maatregelen genomen om besmetting van COVID-19 op vaccinatielocaties te voorkomen: toepassing van hygiënemaatregelen, het weren van medewerkers, kinderen en ouders met klachten passend bij COVID-19, voorkomen dat er teveel mensen tegelijk op de vaccinatielocaties aanwezig zijn en groepsvaccinaties zijn vervangen door individuele vaccinaties”. JGZ-organisaties hebben de boodschap over het belang van vaccineren extra onder de aandacht gebracht in telefoongesprekken met ouders, in oproepbrieven, op hun website, in video’s en vlogs en op social media.
Factsheet vaccineren ‘in de spreekkamer’
Dit bericht verschijnt mede namens AJN en ActiZ