Omgevingsgeluid en gezondheid

Omgevingsgeluid en gezondheid

Preventie

Geluid in de leefomgeving veroorzaakt hinder en verstoort activiteiten en slaap. Dat kan leiden tot chronische effecten, zoals hart- en vaatziekten. Naar verwachting zal dit probleem in de komende jaren groeien. GGD’en zetten zich daarom in voor een gezonde leefomgeving met een gezond geluidniveau.  

Gezondheidseffecten van geluid

Geluid in de leefomgeving heeft invloed op de gezondheid. Mensen kunnen er last van hebben als ze geluid horen (hinder). Ook kan het ervoor zorgen dat ze minder goed slapen of kan het de dagelijkse activiteiten verstoren. Verder kunnen mensen er stress van krijgen.  

Als mensen lange tijd aan te veel geluid blootstaan, kan dat leiden tot chronische effecten, zoals verhoogde bloeddruk en verhoogde niveaus van het stresshormoon cortisol. Dit verhoogt het risico op hart- en vaatziekten. Ook kan geluid een negatieve invloed hebben op de leerprestaties van kinderen. Wetenschappers denken dat een rustige omgeving helpt om te herstellen van de negatieve effecten van geluid.  

Groeiend probleem
In de toekomst verwachten we meer gezondheidsproblemen door geluid. Er komt steeds meer geluid. Bovendien worden steeds meer woningen  en andere gevoelige bestemmingen dicht bij bronnen van geluid, zoals een snelweg, gebouwd. Gezondheidskundige effecten van geluid verdienen daarom aandacht van beleidsmakers en overheden. De Omgevingswet geeft gemeenten meer ruimte om zelf afwegingen te maken in de ruimtelijke ordening. Het is belangrijk om gezondheid bij die afwegingen te betrekken. 

Preventie: GGD’en geven geluidsadvies op maat

Een gezonde leefomgeving draagt bij aan de gezondheid van de bewoners. GGD’en zetten zich daarom graag in voor een gezonde leefomgeving. Zij doen dit door burgers en gemeenten te adviseren  en informeren.   

De advisering van de GGD’en is afhankelijk van de specifieke situatie. Iedere situatie vergt een gerichte behandeling en een passend gezondheidskundig advies. Er zijn verschillende situaties waarin een GGD een advies-op-maat kan geven over gezondheidsaspecten van geluid: 

  1. Adviseren over gemeentelijk geluidbeleid (bijvoorbeeld geluidactieplannen). 
  2. Adviseren bij ruimtelijke planvorming (m.e.r.-trajecten, bouwprojecten, verkeerscirculatieplannen et cetera): hierbij is geluid vaak een van de te toetsen milieufactoren. 
  3. Adviseren individuele burgers of bewonersgroepen die overlast ervaren of bezorgd zijn over gezondheidseffecten van de geluidbelasting op hun woonplek. 

Uitgangspunten GGD-advisering

GGD’en baseren zich in hun advisering op de Richtlijn Omgevingsgeluid en Gezondheid, met daarin de volgende uitgangspunten: 

  • Gezondheidskundige richtwaarde op de hoogst belaste gevel voor de bronnen wegverkeer, railverkeer en bedrijven tezamen van 50 Lden  en 40 dB Lnight.  
  • Voor vliegverkeer is (nog) geen gezondheidskundige richtwaarde te geven en wordt uitgegaan van de WHO-advieswaarden (45 dB Lden en 40 dB Lnight).  
  • Voor windturbines volgt de GGD de WHO advieswaarde van 45 dB Lden 
  • Maximale binnenwaarde van 33 dB Lden.  

Naast de bovengenoemde geluidsniveaus zijn de volgende punten van belang (toelichting en onderbouwing staat in eerdergenoemde Richtlijn Omgevingsgeluid en Gezondheid):  

  • De GGD’en kijken naar de blootstelling aan geluid bij gevoelige bestemmingen zoals woningen, scholen, kinderdagverblijven, verzorgings-, verpleeg- en bejaardentehuizen.  
  • De GGD’en gaan bij hun advisering uit van de gezondheidseffecten van geluid en niet van wettelijke normen. Ook onder deze normen kunnen gezondheidseffecten optreden.  
  • De GGD’en gaan bij advisering uit van de werkelijke geluidsniveaus, en niet van gecorrigeerde niveaus (in sommige situaties is juridisch een correctie of aftrek mogelijk).
  • De GGD’en houden in hun advisering zo veel mogelijk rekening met het geluid van alle aanwezige geluidbronnen tezamen (cumulatie).  
  • De GGD’en richten zich op het realiseren van de gezondheidskundige richtwaarden, of, waar dat (zeer) moeilijk is, deze zo dicht mogelijk te naderen; bij voorkeur door maatregelen aan de bron (stillere auto’s, minder auto’s, aanpassingen wegennet et cetera) en overdrachtsmaatregelen (geluidscherm, geluidsreducerend asfalt et cetera).  
  • De GGD’en achten isolerende maatregelen gericht op een gezond binnenniveau noodzakelijk wanneer bron- en overdrachtsmaatregelen niet mogelijk of onvoldoende effectief zijn. Bovendien adviseren de GGD’en in dit geval altijd een geluidsluwe, aangename zijde.  
  • De GGD’en vinden het belangrijk dat er, naast isolatie, voldoende en bruikbare ventilatiemogelijkheden in de woning aanwezig zijn en er geen hinder ontstaat van eventuele mechanische ventilatiesystemen of klimaatsystemen.  
  • De GGD’en pleiten naast een acceptabele woonomgeving (woning en directe omgeving) ook voor de aanwezigheid van stille of rustige gebieden in de nabije omgeving omdat zij positief bijdragen aan de gezondheid.  

Ook andere factoren spelen een rol
Zonder blootstelling, geen gezondheidseffecten. Beperken van de blootstelling is dus het eerste doel. Echter, een relatief hoge blootstelling aan geluid is niet altijd te voorkomen. Ook factoren die niets te maken hebben met het geluidsniveau hebben gezondheidseffecten. Het gaat dan bijvoorbeeld om geluidgevoeligheid, angst voor de bron, gevoel dat het geluid door verantwoordelijken vermijdbaar is, voorspelbaarheid, toegang tot informatie, procedurele rechtvaardigheid, geluidgeschiedenis, verwachtingen over toekomstige geluidsniveaus en tevredenheid met de leefomgeving. Sommige van deze factoren zijn lokaal te beïnvloeden met maatregelen zoals het goed en tijdig informeren van (toekomstige) bewoners over de geluidsituatie (nu en in de toekomst) en bewoners betrekken in de besluitvorming over mogelijke maatregelen.  

Geluid in de Omgevingswet
De Omgevingswet heeft een systeem van standaardwaarden en grenswaarden. Daartussen kan de gemeente een beleidsmatige afweging maken. Voor het aspect omgevingsgeluid is hierbij nog veel gezondheidswinst te behalen. 

Meer informatie