Watersnood in Limburg: de waarde van de GHOR

Danny ten Berge, unit-hoofd GHOR Zuid-Limburg, en Annette Theuws, afdelingshoofd GHOR Limburg Noord, hebben er net een aantal heftige dagen opzitten wanneer wij hen spreken. De extreme wateroverlast en overstromingen in juli 2021 hebben veel van hen en hun collega’s gevraagd en hebben indruk gemaakt. Maar als ze na afloop bedankjes ontvangen en beseffen dat de GHOR tijdens deze crisis haar rol heeft uitgevoerd zoals die bij de oprichting bedoeld was, dan zijn ze terecht trots en tevreden.

De eerste wateroverlast wordt op 13 juli gemeld: ondergelopen kelders, omhoog komende putdeksels in Zuid-Limburg. En de stortregen houdt maar aan. Een dag later worden in Valkenburg de eerste zorginstellingen ontruimd. En op 15 juli bereikt het water in de Maas een recordhoogte en wordt Zuid-Limburg officieel tot rampgebied verklaard. Het hoogwater verplaatst zich inmiddels naar Noord-Limburg.

Scenario werd zwarter en zwarter

Danny: “Er gebeurde zoveel tegelijk op zoveel plekken. Waterbuffers die op doorbreken stonden. Een vloedgolf in Valkenburg. Defensie. Ambulances. Het trauma-centrum van een ziekenhuis in het overstromingsgebied. En ieder overleg werd het scenario zwarter en zwarter. Op een gegeven moment hadden we zoveel plekken waar er iets moest gebeuren”. Danny en haar team legden contact met de zorgorganisaties in hun regio om te horen of ze goed voorbereid waren, wat ze nodig hebben, om ze te laten weten waar ze aan toe waren.

Tijdens een crisis als deze zijn er veel zorginstellingen betrokken: ziekenhuizen, verzorgingstehuizen, thuiszorg, huisartsen, ambulancediensten en meer. Danny: “De GHOR is gericht op samenwerking, netwerken, informatie delen. Wij zijn namens al die zorgpartijen de schakel naar het openbaar bestuur en tegelijkertijd delen wij alle informatie van openbaar bestuur, brandweer, politie, defensie en andere crisispartners weer met al die zorgpartijen. Wij hebben geen eigen belang: we zijn niet van een organisatie. Niemand heeft deze unieke positie.”

In de zorg, niet van de zorg

Annette kan dat beamen: “Wij zitten, in crisisstand, op afstand van de zorg. We worden dus niet in de operationele zaken gezogen die allemaal nú geregeld moeten worden. Wanneer een ziekenhuis inclusief huisartsenpost geëvacueerd moet worden en veel ambulances in het crisisgebied zijn, dan moet er iemand zijn die overzicht houdt en de continuïteit van zorg mee bewaakt, onder meer door een sterke informatiepositie.”

Tekst gaat verder onder de afbeelding

Wanneer komt het water tot waar?

Danny beschrijft hoe ze met haar collega’s in het actiecentrum was terwijl de Officieren van Dienst Geneeskundig (OvDG) ‘in het veld’ bezig waren: “De telefoon stond roodgloeiend. Aan de ene kant haalden we voor de zorgpartners informatie op als ‘wanneer komt het water tot waar’. Aan de andere kant haalden we informatie op bij de zorgpartijen. De meeste organisaties komen zelf bij ons op de lijn omdat we in de koude fase (de tijd dat er nog geen crisis was) geïnvesteerd hebben in ons netwerk”. Als elke seconde telt, is het delen van informatie cruciaal. Voor een ziekenhuis dat geëvacueerd moet worden, is het vitale informatie om te weten of het hoge water verwacht wordt om 12 uur ’s middags of om 3 uur ’s nachts. Annette vertelt dat ze iets meer tijd hadden aangezien de ramp in Zuid Limburg begon en de impact al snel zichtbaar werd. ”Met die wetenschap belden we de zorgpartijen in de regio om na te vragen hoe ver ze waren met hun opschaling en welke knelpunten ze al konden voorzien. Doordat we elkaar kennen en door je specifieke kennis van de zorgwereld, heb je snel door waar je extra aandacht aan moet geven”.

Verbeteringen sinds coronacrisis

Zowel Danny als Annette geven aan dat er in deze crisis verbeteringen te zien waren ten opzichte van de voorgaande crises. Danny: “De afgelopen coronaperiode hadden we wekelijks afstemming met alle zorgpartijen. We kenden elkaar dus goed. Dat bleek van onschatbare waarde toen de nood acuut hoog werd. Ook het feit dat online vergaderen sinds corona zo ingeburgerd is, helpt om elkaar snel te spreken”.

Ook kregen beide GHOR-hoofden onmiddellijk hulp aangeboden van andere GHOR-hoofden uit heel Nederland. Annette: “Als je doodmoe bent, en er twee piket-collega’s uit het eigen team uitvallen omdat ze zélf moeten evacueren, dan is het zo fijn dat er ervaren collega’s uit de buurregio komen. Professionals die maar ‘een half woord’ nodig hebben, omdat ze dezelfde taal spreken. Dan kun je met een gerust hart even uitrusten om daarna weer fris verder te gaan.” Danny geeft aan dat sommige telefoontjes haar in het bijzonder raakten: “Bellen met zorginstellingen die moeten evacueren en die zeggen: dat kan écht niet met onze dementerende bewoners. De enge gedachte dat mensen er blijven zitten en afgesloten raken van alles. De angst en zorgen bij bestuurders vond ik heel heftig”.

Wat je zelden doet, doe je zelden goed

Annette knikt: “Het uiteindelijke besluit om een zorginstelling te ontruimen is niet aan ons, maar aan de zorgbestuurder met de voorzitter van de Veiligheidsregio. Maar ze koersen hierbij ook op de informatie die wij ophalen in de crisisstructuur. Bijvoorbeeld over het tijdstip dat de hoogste waterstand verwacht wordt. We houden doorlopend contact: weten jullie hoe laat de locatie leeg moet zijn? Hebben jullie nog hulpvragen? En het is juist dán heel fijn dat je iets kunt doen”.

Haar GHOR-bureau besloot om een extra ACGZ (Algemeen Commandant Geneeskundige Zorg) in het te evacueren ziekenhuis te plaatsen. Dat bleek een meesterzet. “Er moet op zo’n moment zó veel gebeuren. Dan zijn onze korte lijnen met Defensie, waterschap, gemeenten, politie en ambulances cruciaal. In de snelheid van handelen kunnen wij dan van betekenis zijn“. Danny vult aan: “Iets wat je zelden doet, doe je zelden goed. Je wil deze specifieke ervaring gewoon in één hand houden en het niet in de handen geven van mensen die de zorg niet kennen en maar één keer in de paar jaar een crisis ‘doen’.”

Ook de periode voor een crisis bleek van groot belang. Oefenen, trainen en opleiden doen zowel de GHOR als de zorgpartijen frequent, zowel separaat als gezamenlijk. Tijdens de wateroverlast bleek dat crisisgerelateerd denken in zorginstellingen zich goed ontwikkeld heeft de laatste jaren. Oefenen met elkaar blijkt elke crisis weer van grote waarde.

Tekst gaat verder onder de afbeelding

60 ambulances en een leeg ziekenhuis

Over de vraag hoe ze naar de bijdrage van hun GHOR-bureau tijdens deze crisis kijken, moeten ze beide even nadenken. Annette geeft aan dat ze de onafhankelijke rol van vitaal belang vindt. “Wij vormen de verbinding van de zorg naar de multidisciplinaire crisisstructuur (met onder andere brandweer en politie) en naar het openbaar bestuur zoals bijvoorbeeld een gemeente. Als onafhankelijke GHOR kunnen we van een afstand naar de crisis te kijken, het totaal overzien en focussen op de belangrijkste thema’s en niet verzanden in de operatie. Ik ben heel trots op mijn team en de piketfunctionarissen. En als ik 60 ambulances zie staan op de parkeerplaats van het te evacueren ziekenhuis, en het ziekenhuis is om 23:00 uur leeg, dan ben ik wel heel trots dat we hier als GHOR een bijdrage aan hebben kunnen leveren. En zoals na elke ramp of crisis, evalueren we na afloop ons eigen functioneren en de samenwerking met alle partijen. Continu verbeteren blijft ons leidmotief”.

“Dan weet ik waar we het voor doen”

Danny voegt toe: “Het idee dat we een toegevoegde waarde kunnen hebben als er echt iets aan de hand is, is een belangrijke drijfveer voor mij in mijn werk. De samenwerking twee kanten op was een succes: met de zorgorganisaties aan de ene kant en met de andere onderdelen van de crisisorganisatie ook. En als ketenpartners en bestuurders van zorgorganisaties dan laat weten hoezeer onze ondersteuning gewaardeerd is, dan weet ik weer waar we het voor doen.”

Ook lezen: in vakblad V&VN Ambulancezorg verscheen in april 2022 het artikel Als de nood het hoogst is