‘Iedere gemeente legt eigen accenten in preventie’

‘Iedere gemeente legt eigen accenten in preventie’

Daarom GGDPreventie

Als gezondheidsmakelaars bij GGD-Brabant Zuidoost zijn Elke Breugelmans en Marijke de Kroes betrokken bij het lokale gezondheidsbeleid van gemeenten in deze regio. Ze vormen de verbindende schakel tussen onderzoek, beleid en interventies. Vanuit de GGD benaderen Elke en Marijke het onderwerp ‘gezondheid’ breed. “Gezondheid is veel meer dan je fysiek goed voelen”, vertelt Elke. “Het gaat ook om mentaal welbevinden, zingeving en meedoen in de samenleving.”

Vanuit deze visie brengen zij preventie onder de aandacht binnen gemeenten. Een voorbeeld hiervan zijn de lokale preventieakkoorden, waarbij Elke en Marijke samen met hun collega’s in 8 van de 21 gemeenten in Brabant-Zuidoost de rol van kartrekker hebben vervuld. Ook bij veel andere gemeenten zijn de gezondheidsmakelaars van GGD Brabant-Zuidoost actief betrokken.

In 2018 heeft GGD GHOR Nederland samen met meer dan zeventig maatschappelijke organisaties het Nationaal Preventieakkoord gesloten. Hier staan concrete doelen voor 2040 in om roken, overgewicht en problematisch alcoholgebruik aan te pakken en de gezondheid van Nederlanders te verbeteren. Iedere GGD is vervolgens betrokken bij de lokale invulling hiervan met de zogenaamde lokale preventieakkoorden.

Lokale preventieakkoorden: GGD als formateur

De preventieakkoorden zijn vaak heel lokaal, met thema’s die naar boven komen in overleg met partners en inwoners. Iedere gemeente kan kiezen of ze een lokaal preventieakkoord willen. Elke: “Vanuit de VNG is het wel de ambitie om in iedere gemeente aan de slag te gaan met een preventieakkoord, maar in sommige gemeenten liggen de prioriteiten elders.” Bij een lokaal preventieakkoord gaat het om de lokale kracht en de samenwerking tussen partijen in dorpen en wijken.

Voor 5 van de 21 gemeenten zijn Elke en Marijke de formateur van het lokaal akkoord, als een procesbegeleider. “We hebben als taak om te kijken wat er speelt in een gemeente en hoe we partijen bij elkaar kunnen brengen”, vertelt Elke. “Hiervoor organiseerden we een brede kick-off bijeenkomst met inwoners, sportverenigingen, scholen, zorg- en welzijnsprofessionals en gemeente, maar ook met supermarkten en vrijwilligersorganisaties. De vraag is wat er precies leeft.”

Tijdens zo’n bijeenkomst ontstaan vaak mooie samenwerkingen. Marijke: “Bijvoorbeeld een kinderopvang en een kinderfysiotherapeut die gaan samenwerken om de motorische vaardigheden van jonge kinderen te verbeteren.” Naast de bijeenkomst hebben Elke de Marijke een vragenlijst uitgezet om de belangrijkste gezondheidsthema’s in kaart te brengen.

Aandacht voor preventie, maar hoe meet je het effect?

Landelijk is er steeds meer aandacht voor preventie en gezondheid, vanuit het idee: voorkomen is beter dan genezen. Helaas is preventie moeilijk meetbaar. Marijke: “Je weet nooit precies door welke interventie je een bepaalde uitkomst krijgt. Vaak is het een combinatie van interventies die bijvoorbeeld in de loop van de tijd voorkomen dat mensen overgewicht krijgen. Maatschappelijke ontwikkelingen en de omgeving hebben hierop ook een grote invloed. Het gaat daarnaast om vroegsignalering, waarbij je een interventie al start bij beginnend overgewicht.”

Ook Elke ziet dat het exacte effect moeilijk te bepalen is. “We monitoren wel met de GGD Monitor. Hierin onderzoeken we hoe het ervoor staat met de gezondheid van verschillende leeftijdsgroepen, zoals 0 tot 11 jaar, 12 tot 18 jaar, volwassenen en ouderen. Die cijfers combineren we met wat professionals zien. Op korte termijn is het lastig om verschillen aan te tonen, maar op de lange termijn hoop je effecten te zien.” Hoewel keiharde cijfers vaak ontbreken, zien Elke en Marijke wel andere effecten. “Denk aan meer samenwerking tussen partners”, zegt Marijke. “Of dat preventie meer leeft bij inwoners.”

De tekst gaat verder onder de afbeelding

Gelijke gezondheidskansen is ook een belangrijk thema

Elke en Marijke willen gezondheidsverschillen zoveel mogelijk verkleinen door dit mee te nemen in de lokale preventieakkoorden. Elke: “Het kan door interventies specifiek te richten op mensen met een lage sociaaleconomische status. Denk aan het aanbieden van budget-coaching of een supermarktsafari. Ook is het belangrijk om communicatie toegankelijker te maken. Informatie moet begrijpelijk zijn en we willen inwoners hierbij betrekken.”

In Eindhoven is het proces naar een lokaal preventieakkoord net gestart. “Naast dingen op stadsniveau richt het beleid zich ook specifiek op wijken”, vertelt Marijke. “Als je kijkt naar de overgewichtcijfers op stadsniveau, zegt dat niet veel over de verschillen. In de ene wijk kunnen die cijfers hoger liggen en in een andere wijk lager. Je moet dan goed kijken wat werkt in een bepaalde wijk. Wat is daar nodig aan preventie? In drie wijken gaan we nu aan de slag met de JOGG-aanpak, gericht op een gezonde leefstijl bij kinderen en jongeren.”

Betrekken van inwoners is essentieel

Het is belangrijk dat inwoners worden betrokken bij het lokaal preventieakkoord, zegt Elke. “Iets heeft namelijk pas effect als er voldoende draagvlak voor is. Het helpt dan om letterlijk de straat op te gaan en mensen te vragen wat zij belangrijk vinden. Dan krijg je als gemeente een eigen focus.” De GGD kan hierin een rol vervullen. Elke: “We zijn hoe dan ook een belangrijke partner en kunnen ook een rol spelen in het enthousiast maken van de verschillende partijen.”

De GGD heeft kennis van de lokale situatie en welke partijen een rol spelen. “We brengen vooral in kaart wat er al gebeurt en waar nog kansen liggen”, zegt Elke. “Het is niet ons doel om allerlei nieuwe dingen te bedenken, maar om aan te sluiten bij wat er al is en dat versterken. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij de Gezonde school aanpak. Sommige scholen doen dat wel en andere scholen nog niet. Ze kunnen dan van elkaar leren. We kunnen bestaande campagnes voortzetten en daar meer partners bij laten aansluiten.”

Gezondheidsmakelaars verbinden onderzoek en praktijk

De meeste gezondheidsmakelaars hebben Gezondheidswetenschappen als achtergrond, maar ook Sociale psychologie. Marijke werkt nu 3,5 jaar bij de GGD. “Ik vind gezondheid en dat mensen goed in hun vel zitten belangrijk. Het is werk met impact. Die impact zie je meestal niet meteen, maar op den duur wel.” Elke zit nu bijna 2 jaar bij de GGD. “Ik heb gekozen voor de GGD omdat het werk breed is, met allerlei thema’s voor jong en oud. De GGD doet veel in gemeenten. Het is een mooie, brede organisatie en geen werkdag is hetzelfde.”

Marijke vindt het leuk om partijen bij elkaar te krijgen, te betrekken en om ze enthousiast te maken. “Soms is dat niet makkelijk. Het hangt ervan af wie je tegenover je hebt. Door corona moet alles nu online. Dat is een uitdaging, maar het heeft goed uitgepakt. Bij een fysieke bijeenkomst is de dynamiek anders.” Elke ziet dat het online werken ook voordelen heeft. “Soms sluiten mensen makkelijker aan bij een online bijeenkomst omdat er geen reistijd is.”

De GGD zet thema’s en signalen op de agenda

Agendasetting is volgens Marijke ook belangrijk. “We zetten thema’s op de agenda. Het is mooi om te zien dat het vervolgens wordt opgepakt.” “We moeten preventie vaak concreet benoemen”, vult Elke aan. “Je merkt niet altijd meteen effect maar het komt wel beter op het netvlies van mensen te staan. We willen ervoor zorgen dat preventie en gezondheid in alles worden meegenomen.”

Als ze binnen een gemeente een preventieakkoord hebben gesloten, gaan ze die in de jaren daarna uitbreiden. Marijke: “Alle betrokken partijen hebben hun logo opgestuurd en zich daarmee gecommitteerd aan het preventieakkoord en de gemaakte afspraken. In veel gemeenten is ook een stuurgroep opgericht die aanjager is van het preventieakkoord en de voortgang bewaakt.”

Elke benadrukt dat het een dynamisch akkoord is. “We hopen dat het zorgt voor beweging en dat meer partijen aanhaken. Het is een stap in de goede richting, maar alles staat niet in beton gegoten. Een lokaal preventieakkoord loopt drie jaar, daarna zetten de meeste gemeenten het voort. Met een evaluatie uiteraard. Het is een groeimodel, waarbij steeds meer partners kunnen aansluiten.”