“Veel moeders laten hun dochter uit liefde besnijden”

“Veel moeders laten hun dochter uit liefde besnijden”

Daarom GGDJeugd

“Ik was thuis in mijn geboortedorp in Somalië aan het spelen. Opeens kwam die mevrouw binnen. Ik had haar nog nooit gezien. Mijn moeder was zenuwachtig. Later bedacht ik me dat ze de hele dag al nerveus heen en weer had gelopen…” Op die dag, zo’n 14 jaar geleden werd Liva (28) besneden. “Het deed afgrijselijk veel pijn, ik vond die mevrouw gemeen en snapte mijn moeder niet. Waarom liet ze me dat thuis aandoen? Ik heb er een trauma aan overgehouden. Ik wilde die eerste tijd niemand om me heen hebben, zonderde me af. Ik had zoveel pijn: ik was dichtgenaaid.”

Het volledige verhaal van Liva is te lezen op www.rechtopnee.nl, een initiatief van de Rijksoverheid en Pharos. Met als doel: meer aandacht voor de gevaren van meisjesbesnijdenis, oftewel vrouwelijke genitale verminking. Meisjesbesnijdenis is een ingreep aan de uitwendige geslachtsorganen, zonder medische noodzaak. In Nederland zijn alle vormen van meisjesbesnijdenis verboden. Toch zijn bijna 41.000 vrouwen in ons land besneden en lopen naar schatting 4.200 meisjes de komende twintig jaar het risico besneden te worden*.

Kindermishandeling
Meisjesbesnijdenis wordt in Nederland gezien als een ernstige vorm van kindermishandeling. Er zijn geen gezondheidsvoordelen, maar wel vele gezondheidsrisico’s. Om deze reden zetten GGD’en zich actief in om vrouwelijke genitale verminking te voorkomen. “Vrouwen die zijn besneden kunnen in hun leven zowel op psychisch, sociaal als lichamelijk vlak diverse problemen ervaren. Op lichamelijk gebied kan worden gedacht aan het ontstaan van ontstekingen, pijn bij het plassen, complicaties tijdens de menstruatie én zwangerschap en problemen op seksueel gebied”, vertelt Marthine Bos, werkzaam voor GGD IJsselland en projectleider vrouwelijke genitale verminking (VGV) bij Pharos.

Eeuwenoude traditie
Het besnijden van meisjes wordt vooral uitgevoerd in Sub-Sahara Afrika (West-, Oost- en Noordoost-Afrika), maar komt op kleinere schaal ook voor in het Midden-Oosten, Azië en Latijns-Amerika. Een ruime meerderheid van de besneden meisjes en vrouwen die in Nederland wonen is afkomstig uit Somalië, Egypte, Ethiopië, Eritrea, Soedan en Irak**. “Het besnijden van meisjes is in deze landen een eeuwenoude traditie en een onderdeel van de cultuur. Niemand weet precies waar meisjesbesnijdenis vandaan komt en wanneer het is begonnen”, zegt Sunay Nuraydin, Medewerker gezondheidsbevordering GGD NOG en Gezonde school- adviseur voor Migranten.

Uit liefde besnijden
Bos vult aan: ,,In sommige landen denken ze dat het een religieuze plicht is, terwijl anderen ervan overtuigd zijn dat deze besnijdenis het seksueel genot van een man verhoogt. Veel moeders laten hun dochter uit liefde besnijden. Want, als ze zijn besneden, dan kunnen ze later trouwen en zijn ze dus verzekerd van een goede toekomst. Des te mooier een meisje is besneden, des te betere huwelijkspartner zij volgens hen zal zijn. Ook worden vrouwen in sommige gemeenschappen uitgesloten als ze zich niet laten besnijden. Om dit scenario te voorkomen is het vaak niet de vraag of een meisje wordt besneden, maar wanneer.”

Onwetendheid
Nuraydin: ,,Onwetendheid speelt hierbij een heel grote rol. Veel ouders en betrokkenen zijn zich niet bewust van de negatieve gevolgen die een besnijdenis kan hebben. Ze denken juist dat ze een meisje helpen door dit te doen. Als GGD’en gaan wij daarom in gesprek met vluchtelingen en migranten die in Nederland wonen, om hen bewust te maken van de consequenties van meisjesbesnijdenis. Hierbij krijgen GGD-professionals hulp van ‘sleutelpersonen’. Deze sleutelpersonen zijn vaak zelf ooit als migrant of vluchteling naar Nederland gekomen en helpen nu andere vluchtelingen, migranten en GGD-professionals om elkaar goed te begrijpen.”

 

“Onwetendheid speelt een grote rol. Veel ouders en betrokkenen zijn zich niet bewust van de negatieve gevolgen die een besnijdenis kan hebben.”

 

Sleutelpersonen
Bos: “Je kunt een sleutelpersoon zien als een intermediair tussen de doelgroep en de professional. In veel gevallen is deze persoon een ervaringsdeskundige of een familielid ervan. De sleutelpersonen geven samen met de GGD-professionals voorlichting en helpen vluchtelingen, migranten en de GGD’en bij het vertalen van gesprekken én bij cultuurverschillen.” In totaal zijn er door GGD IJsselland en GGD Noord- en Oost Gelderland (NOG) twintig sleutelpersonen opgeleid (zeven verschillende nationaliteiten).

Preventiewerk
Nuraydin: “Naast het gesprek met volwassenen, zijn jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen opgeleid om het gesprek over de besnijdenis met meisjes te voeren. Dit kan op scholen zijn, maar ook op de locatie waar de reisvaccinaties worden gezet. Als we weten dat een meisje binnenkort afreist naar één van de landen waar besnijdenis veel voorkomt, dan wordt dit gesprek gevoerd. Bewustwording én ouders wijzen op de strafbaarheid hiervan, is een belangrijk onderdeel van het preventiewerk.”

Nazorgspreekuren
Bos: “GGD’en organiseren, naast de preventiewerkzaamheden, ook ‘nazorgspreekuren’. Als een meisje of vrouw is besneden en problemen ervaart op lichamelijk, psychisch en/of sociaal gebied, dan kan zij gratis en anoniem een afspraak maken. Tijdens dit spreekuur zijn verpleegkundigen, en indien gewenst sleutelpersonen, aanwezig en kunnen alle vragen worden gesteld. Voorbeelden van vragen die tijdens dit nazorgspreekuur worden gesteld zijn: ‘Ben ik nog wel maagd als ik een hersteloperatie laat doen?’ Of: ‘Ben ik wel een goede gelovige als ik voor een hersteloperatie kies?’ Indien nodig en gewenst krijgt de vrouw vervolgens hulp van een specialist.”

Beschermen voor een trauma
Nuraydin: “Helaas worden er wereldwijd nog steeds veel meisjes besneden. Maar, ieder meisje dat we door ons preventiewerk kunnen beschermen voor een trauma en/of gezondheidsklachten, dat voelt als een overwinning. Ons doel blijft de onwetendheid om te zetten in bewustwording.”

Meer informatie
Voor vragen over meisjesbesnijdenis kunt u naast de GGD’en terecht bij Pharos en de Federatie van Somalische Associaties Nederland (FSAN).

*Bron: Pharos
**Bron: Plan International