Advies GGD blijft: afstand tussen veehouderijbedrijven en gevoelige bestemmingen

Advies GGD blijft: afstand tussen veehouderijbedrijven en gevoelige bestemmingen

In Nederland krijgen gemiddeld 15 tot 16 op de 1000 mensen longontsteking. Uit het onderzoek Veehouderij Gezondheid Omwonenden (VGO) blijkt opnieuw, na toevoegen van de onderzoeksresultaten uit 2017-2019, dat longontsteking vaker voorkomt (37%) bij mensen die in veedicht gebied wonen. Een deel van deze longontstekingen is geassocieerd met het wonen in de buurt van een geitenhouderij. De GGD vindt het zorgelijk dat dit signaal wederom en in meerdere opeenvolgende jaren 2009-2019 aangetoond is, ook omdat niet duidelijk is wat hiervan de oorzaak is. Er is dan ook geen aanleiding om af te wijken van het eerder door de GGD’en geformuleerde advies (zie ook de GGD-richtlijn veehouderij en gezondheid).

Advies GGD met betrekking tot geitenhouderijen: terughoudend uitbreiding of nieuwvestiging

Totdat er meer duidelijkheid is over de oorzaak van de longontsteking en een integrale aanpak, adviseert de GGD het voorzorgsbeginsel toe te passen en terughoudend te zijn met uitbreiding of nieuwvestiging van geitenhouderijen in de buurt van gevoelige bestemmingen (zoals woningen, kinderopvang en scholen). Andersom geldt ook dat geadviseerd wordt terughoudend te zijn met het plaatsen van gevoelige bestemmingen in de buurt van bestaande geitenhouderijen. Dat betekent dat gemeenten wordt geadviseerd om in hun besluitvorming het risico op longontsteking zorgvuldig mee te wegen.

Het onderzoek laat zien dat het risico op longontsteking groter is naarmate de afstand tot een geitenbedrijf kleiner is. Het risico op longontsteking is het hoogst binnen 500 meter en blijft vergroot tot een afstand van 2 kilometer. Aanvullend onderzoek is nodig om inzicht te krijgen in effectieve bronmaatregelen tegen het meer voorkomen van longontstekingen rondom geitenhouderijen.

Met dit advies beoogt de GGD geen nieuwe of hogere gezondheidsrisico’s te laten ontstaan totdat er meer duidelijkheid is over de te nemen maatregelen om dit risico te beperken. Welke maatregelen dat zijn hangt af van het vervolgonderzoek naar de oorzaak van het gevonden verband. Dit wordt pas over ongeveer twee jaar verwacht.

Advies GGD met betrekking tot pluimveebedrijven: emissiereductie nodig

In dit onderzoek 2017-2019 werd een verhoogd risico op longontsteking gevonden in de omgeving van pluimveehouderijen. De GGD ziet dat het risico op longontsteking rond pluimveehouderijen varieert in de tot nu toe onderzochte jaren. De oorzaak van de verhoging van het longontstekingsrisico bij pluimveehouderijen is ook nog onbekend; mogelijk heeft dit te maken met de uitstoot van fijn stof door deze bedrijven. In de omgeving van pluimveehouderijen zijn er ook andere gezondheidsrisico’s door fijnstof bekend. Dat is voor de GGD aanleiding om opnieuw aandacht te vragen voor het verlagen van de uitstoot van fijnstof en endotoxinen afkomstig van pluimveebedrijven.

 

Aanleiding bericht: Groter aantal longontstekingen in de buurt van veehouderijen opnieuw bevestigd | RIVM