Tevredenheid over toezicht kinderopvang in jaar met veel nieuwe regelgeving

Tevredenheid over toezicht kinderopvang in jaar met veel nieuwe regelgeving

NieuwsVeiligheid

Het gaat goed met de uitvoering van toezicht en handhaving door gemeenten en GGD’en op de kinderopvang. Dat blijkt uit het Landelijk Rapport 2018 van de Inspectie van het Onderwijs (IvhO).  

Ondanks een jaar met veel wijzigingen in regelgeving, wisten GGD’en en gemeenten voor voldoende en vooral goed toezicht te zorgen. Uiteraard blijft er ruimte voor verbetering. Zo moeten lokale en regionale verschillen in toezicht uit te leggen zijn.

Veel wijzigingen in regelgeving
In 2018 veranderde veel regelgeving in de kinderopvang. Met de introductie van de Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (IKK) en veranderingen in het Besluit Voorschoolse Educatie. GGD GHOR Nederland zag dat houders moeite hadden om aan de nieuwe kwaliteitseisen te voldoen. Dit bleek onder meer uit de vragen die houders stelden over de nieuwe eisen. Gemeenten en GGD’en zelf hadden ook meer moeite om alle jaarlijkse inspecties uit te voeren. Door een hoger aantal overtredingen en doordat meer tijd werd besteed aan de dialoog tussen houder en toezichthouder. Toch werd ook in 2018 97 procent van alle kinderdagverblijven, buitenschoolse opvanglocaties en gastouderbureaus geïnspecteerd.

Voorschoolse educatie
Voorschoolse educatie is een aandachtspunt in het rapport. Toezichthouders van de GGD constateren bij voorschoolse educatie vaak tekortkomingen in de kwaliteit. Om kinderen voldoende te kunnen laten profiteren van voorschoolse educatie, is het van belang dat locaties de vereiste kwaliteit wel gaan bieden. GGD GHOR Nederland vraagt daarbij aandacht voor de handhaving door gemeenten na een handhavingsadvies van de toezichthouder. Wanneer handhaving achterblijft, mist de verhoging van de kwaliteitseisen die recent is ingezet, zijn doel. Zeker met het oog op de aankomende uitbreiding van het aantal uur voorschoolse educatie dat een locatie moet bieden.

Kracht van risicogestuurd toezicht
In haar rapport benoemt de Inspectie de kracht van risicogestuurd toezicht. Werken volgens een risicomodel betekent ‘meer toezicht waar het nodig is en minder waar het kan’. Een uitgangspunt dat wij omarmen. De Inspectie constateert terecht dat risicogestuurd toezicht alleen werkt met een goed, actueel risicomodel. Zeker op het moment dat er sprake is van veel veranderingen in regelgeving. GGD GHOR Nederland gaat samen met toezichthouders en gemeenten aan de slag met deze herijking.

Verschillen in toezicht
Verschillen in toezicht zijn een jaarlijks terugkerend onderwerp in het rapport van de Inspectie. Een terecht onderwerp, omdat rechtsgelijkheid voor houders belangrijk is. Anderzijds constateren toezichthouders dat geen enkele situatie echt hetzelfde is. Bovendien, omdat toezicht maatwerk is, vinden wij dat verschil er in een aantal gevallen mág wezen. Bijvoorbeeld als het gaat om twee houders die beiden dieren hebben bij de opvang, waarbij de ene houder het expliciet onderdeel maakt van het pedagogisch beleid en de risico’s in beeld heeft gebracht, en de andere niet. Ogenschijnlijk dezelfde situatie, waarbij een toezichthouder tot een verschillend oordeel kan komen.

Uiteraard vinden ook toezichthouders het belangrijk om ongewenste verschillen te voorkomen. Bijvoorbeeld als het gaat om hoe het herstelaanbod wordt toegepast of hoeveel en welke voorwaarden er worden getoetst. Daarom werken toezichthouders binnen de GGD regio intensief samen en wisselen ervaringen en kennis uit. Regio overstijgend is er informeel overleg tussen toezichthouders van verschillende GGD’en. GGD GHOR Nederland ondersteunt de GGD’en met landelijke richtlijnen en werkwijzen en door het faciliteren van intervisie en kennisdeling.

Link naar het Landelijk Rapport toezicht en handhaving kinderopvang 2018 (IvhO)
Link naar de Kamerbrief van staatssecretaris Van Ark als reactie op het Landelijk Rapport toezicht en handhaving kinderopvang 2018.