GGD GHOR Nederland en haar leden, de Directeuren Publieke Gezondheid van de Gemeentelijke Gezondheidsdiensten (GGD), signaleren dat burgers zich zorgen maken over de kwaliteit van de lucht die zij inademen.
Terechte zorgen, want volgens berekeningen van het RIVM wordt bijna 5% van de totale ziektelast veroorzaakt door luchtverontreiniging. Dat cijfer valt niet te negeren ook al voldoet de luchtkwaliteit op de meeste plekken in ons land aan de normen. Wij zijn van mening dat over normen valt te twisten, maar over gezondheid niet.
Aandacht voor fijnstof nodig, maar gevolgen roet niet vergeten
In haar advies ‘Gezondheidswinst door schonere lucht’, pleit de Gezondheidsraad voor het verder terugdringen van de emissies van fijnstof en stikstofdioxide afkomstig van wegverkeer. De aandacht voor fijnstof en stikstofdioxide vinden de GGD’en begrijpelijk en nodig, maar onvoldoende. Bij verkeersmaatregelen is het zinvol ook naar roet te kijken. Onderzoek van het RIVM bevestigt dit. Het negeren van roet negeert de daadwerkelijke gezondheidseffecten van verkeer.
GGD GHOR Nederland wijst in dit verband op het onderzoek van de Rekenkamer naar de effecten van acht landelijke verkeersmaatregelen uit het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit. In dat onderzoek zijn de maatregelen alleen doorgerekend rekening houdend met fijnstof waardoor de effecten van de maatregelen op de gezondheid sterk zijn onderschat. Dat betreuren wij zeer. Roet, waar geen normen voor bestaan, heeft ook effect op onze gezondheid. GGD GHOR Nederland roept de staatssecretaris daarom op om ook roet te betrekken bij haar beleid.
Afstand tussen veehouderij en bewoning
De Gezondheidsraad pleit voor het terugdringen van de uitstoot van ammoniak vanuit de veehouderij. Eerder dit jaar heeft GGD GHOR Nederland er bij uw collega’s van de Vaste Kamercommissie LNV op aangedrongen om vanuit het voorzorgsprincipe snel maatregelen te nemen om gezondheidsrisico’s van omwonenden van stallen te beperken.
Het rapport “Veehouderij en Gezondheid Omwonenden” van het RIVM bood daartoe voldoende aanleiding. Inmiddels is duidelijk geworden dat het rendement van luchtwassers minder is dan gedacht. GGD GHOR Nederland is daarom verheugd dat de staatssecretaris bereid is de emissiefactoren voor luchtwassers is aan te passen.
Beschouw intensieve veehouderij als industriële activiteit
GGD GHOR Nederland doet de suggestie om intensieve veehouderij te beschouwen als industriële activiteit. Vanuit die gedachte kunnen eisen gesteld worden aan de dichtheid van bedrijven en de afstand tussen stallen en bewoning. Concreet betekent dit dat stallen en bewoning uit voorzorg op minstens 250 meter afstand van elkaar moeten komen te staan. De concentraties fijnstof, endotoxinen en markers voor vee-specifieke MRSA-bacterie dalen bij een afstand van 250 meter tot bijna op het achtergrondniveau.
Luchtkwaliteit en Omgevingswet
De GGD’en maken zich sterk voor de gezondheid van burgers. Wij zijn daarom blij dat het thema gezondheid onderdeel is geworden van de Omgevingswet. Die verankering betekent immers dat gemeenten gezondheid gaan meewegen bij vraagstukken rond ruimtelijke ordening.
We maken ons nog wel zorgen over het ambitieniveau van de Omgevingswet op het thema luchtkwaliteit. De conceptteksten van de Algemene Maatregelen van Bestuur van de Omgevingswet bevatten geen stimulansen om hogere beschermingsniveaus te hanteren dan de norm of om preventief op te treden tegen gezondheidseffecten.
Maatschappelijke discussie: hoeveel gezondheidsrisico vinden we acceptabel?
Hogere beschermingsniveaus zijn nodig om de ziektelast van burgers verder terug te dringen. Zelfs onder de WHO-advieswaarde treden al gezondheidseffecten op zoals de Gezondheidsraad in haar advies concludeert. Naast het vaststellen en handhaven van een ambitieuze advieswaarde is het zeker zo belangrijk de maatschappelijk discussie aan te gaan over hoeveel gezondheidsrisico wij als burgers acceptabel vinden. De Omgevingswet is daarvoor een belangrijk nieuw instrument.
Samenhang Omgevingswet en Schone Lucht Akkoord van belang
GGD GHOR Nederland vindt daarnaast dat niet alleen gemeenten verantwoordelijkheid mogen worden gehouden voor terugdringen van concentraties fijnstof en stikstofdioxide, maar dat ook de Rijksoverheid en de Provincie hier een verantwoordelijkheid in hebben. Wellicht kan het Schone Lucht Akkoord (SLA) het ambitieniveau en de balans in de verantwoordelijkheidsverdeling rondom de luchtkwaliteit herstellen. In algemene zin vragen wij naar de samenhang tussen Omgevingswet en SLA.
Lees de volledige brief van GGD GHOR Nederland voor het Algemeen Overleg Luchtkwaliteit.