Infectieziektebestrijding

Infectieziektebestrijding

Infectieziektebestrijding

De COVID-19 pandemie heeft laten zien dat een infectieziekte grote impact kan hebben op individuele gezondheid, de publieke gezondheid én op de maatschappij. GGD’en spelen een centrale rol in de preventie van infectieziekten en in de infectieziektebestrijding.

Infectieziekten zijn ziekten die worden veroorzaakt door bacteriën, virussen, parasieten of schimmels. Deze micro-organismen kunnen mens en dier besmetten. GGD’en voorkomen, bestrijden en sporen infectieziekten op. Het gaat dan vooral om infectieziekten die vanwege hun verspreidingskans een risico vormen voor de volksgezondheid, zoals kinkhoest, hepatitis, legionellose, meningokokkenziekte en tuberculose (tbc).

Uitdagingen

De infectieziektebestrijding wordt steeds complexer. Dat komt bijvoorbeeld door toegenomen antibioticaresistentie, infectieziekten die overgaan van dieren op mensen (zoönosen) en ontwikkelingen als klimaatverandering en internationalisering, waardoor (nieuwe) ziektes uit het buitenland gemakkelijker over de wereld kunnen verspreiden. Ook maatschappelijke ontwikkelingen, zoals het veranderende zorglandschap, en ontwikkelingen in de omgeving, zoals uitbreiding van een dierhouderij, hebben invloed op de infectieziektebestrijding.

Toekomst

De afgelopen jaren hebben we gezien wat er gebeurt als een infectieziekte de wereld in zijn greep houdt. De lessen uit de COVID-19-pandemie mogen niet op de achtergrond raken, nu het normale leven weer teruggekeerd is. De toegezegde structurele versterkingen van de infectieziektebestrijding moeten worden doorgezet, inclusief wijzigingen van de Wet Publieke Gezondheid. En een betere vaccinatievoorziening, vooral in de regio, is van cruciaal belang voor de publieke gezondheid.

GGD GHOR Nederland zet in op de volgende drie speerpunten:

  • Versterking van capaciteit en kwaliteit
  • Realiseren Pandemische paraatheid
  • Vaccineren

Infectieziektebestrijding is binnen de publieke gezondheid zowel een taak van de gemeenten als van het Rijk. Afhankelijk van de ernst en omvang van een uitbraak van een infectieziekte ligt de verantwoordelijkheid voor de aanpak ervan bij het college van burgemeester en wethouder (B&W), de veiligheidsregio of de minister.

De uitvoering van infectiebestrijding ligt bij de GGD’en en wordt uitgevoerd in opdracht van de gemeente. GGD’en geven gemeenten en het Rijk inzicht in de risico’s rond infectieziekten en de mogelijkheden in het opsporen, voorkomen en bestrijden. GGD’en adviseren ook over positieve of negatieve beïnvloeding van de publieke gezondheid bij ontwikkelingen in de omgeving waar infectieziekte kunnen opspelen en hoe gemeenten hier rekening mee kunnen houden bij ruimtelijke planvorming. Daarnaast adviseren GGD’en risicovolle instellingen en bedrijven over welke maatregelen zij kunnen nemen en zorgen GGD’en voor een adequate aanpak bij (dreiging van) een epidemie.

GGD’en voeren veel activiteiten uit om verspreiding van infectieziekten te voorkomen, waaronder testen, vaccineren en het uitvoeren van bron-en contactonderzoek na een infectieziektemelding. Elke GGD heeft ook een surveillancefunctie om (mogelijke) uitbraken van infectieziekten te volgen en voert een regiefunctie uit om deze infectieziekte-uitbraken zo snel mogelijk te stoppen.

Bij de uitvoering van infectieziektebestrijding worden de richtlijnen van het RIVM aangehouden. GGD’en werken in de bestrijding van infectieziekten samen met het RIVM, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en regionale ketenpartners zoals laboratoria, huisartsen, ziekenhuizen en veterinaire artsen. Er is specifieke aandacht voor instellingen waar mensen verblijven of samenkomen die kwetsbaar zijn voor infectieziekten, zoals de VVT-sector (verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg), ziekenhuizen, gehandicaptenzorg, kindercentra, basisscholen en asielzoekerscentra.

GGD GHOR Nederland stimuleert en faciliteert samenwerking en uitwisseling tussen GGD’en. Die moeten immers optimaal zijn voorbereid op nieuwe risico’s als gevolg van infectieziekten. Ook onderhouden we als  belangenbehartiger van de GGD’en de contacten met onze partners in de infectieziektebestrijding, waaronder het Ministerie van VWS, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), KNCV Tuberculosefonds, zorgverzekeraars en beroepsverenigingen. Tot slot voert GGD GHOR Nederland projecten en programma’s uit die GGD’en helpen bij het versterken van infectieziektebestrijding. Het programma Versterking Infectieziektebestrijding en Pandemische paraatheid GGD’en (VIP) en implementatie Landelijke Functionaliteit Infectieziektebestrijding (LFI) zijn hier actuele voorbeelden van.

Programma VIP

Tijdens de COVID-19-pandemie is gebleken dat alleen kan worden opgeschaald en een infectieziekte-uitbraak alleen effectief bestreden kan worden als de basis op orde is. Op verzoek van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft GGD GHOR Nederland in 2022 de beleidsagenda Versterking infectieziektebestrijding en Pandemische paraatheid GGD’en (VIP) opgesteld, gericht op het oplossen van urgente kwetsbaarheden voor pandemische paraatheid op de korte termijn. Met de focus op een investering in de jaren 2023 en 2024, dit vooruitlopend op een structurele investering vanuit het ministerie van VWS vanaf 2024 of 2025.

Het programma VIP identificeert de verbeteringen die nodig zijn en ondersteunt de daadwerkelijke uitvoering daarvan. De doelstelling van de beleidsagenda is: zorgen dat GGD’en voldoende toegerust zijn om hun rol op het gebied van infectieziektebestrijding kwalitatief goed uit te voeren. Ook om daarmee goed voorbereid te zijn op een mogelijke lauwe en warme fase bij een infectieziekte-uitbraak met (potentieel) landelijke impact.

Bekijkt u ook het Verweij Jonker Instituut rapport Versterking van de publieke gezondheid uit 2021 waarin onder andere het advies luidt: “Versterk het (basis)niveau van publieke gezondheid – en de GGD’en in het bijzonder – door te investeren in kwantiteit, kwaliteit en de vorming van een stevige landelijke ondersteuning ten behoeve van crisis.”1

Seksuele gezondheid

Een belangrijke taak van GGD’en is het voorkomen van seksueel overdraagbare aandoeningen (soa’s) en aids in de samenleving. Daar is voorlichting over seksuele gezondheid voor nodig. GGD’en geven voorlichting op scholen en asielzoekerscentra, geeft adviezen aan sekswerkers, en traint jongerenwerkers die de opgedane kennis op hun jongerennetwerk kunnen overbrengen. Ook is het mogelijk om bij GGD’en soatesten af te nemen.

Vanaf 2025 stelt het kabinet structurele middelen beschikbaar voor GGD’en t.b.v. de verdere versterking en samenwerking binnen de infectieziektebestrijding. Het gaat hier om aanvullende financiering ten opzichte van de kosten van de algemene infectieziektebestrijding. De versterking van alle partijen is een grote opgave waarmee grote stappen worden gezet in een pandemisch parate publieke gezondheidszorg. Concreet zijn de structurele middelen zowel bedoeld voor het behoud van de ingezette (personele) capaciteitsuitbreiding als voor de verdere versterking van bovenregionale samenwerking, onderzoek, opleidingen, en bij- en nascholing.

Daarnaast is het onder meer bedoeld voor werkzaamheden LFI, informatievoorziening en ICT. Ook het wetsvoorstel tweede tranche wijziging Wpg biedt de mogelijkheid uniformerende kaders te stellen aan de GGD’en, tijdens de koude fase, zodat zij beter voorbereid zijn voor opschaling in het geval van een A1 of A2 infectieziekte met landelijke impact en aansluiten op de LFI.

GGD GHOR Nederland speelt, samen met de GGD’en LFI, een sleutelrol in de implementatiefase van de LFI. Er is een “Verbindingstafel” ingericht op tactisch niveau, die de implementatieactiviteiten coördineert. Hieronder vallen werkgroepen bestaande uit deelnemers uit de GGD’en en LFI, die de diverse LFI functies nader gaan uitwerken (zoals opgeschaalde bedrijfsvoering, geoefendheid etc.)

GGD’en staan al decennialang voor de publieke gezondheid van alle Nederlanders: wij willen dat iedereen zo gezond en veilig mogelijk kan leven. Vaccineren is al jarenlang bekend terrein voor de GGD’en. Bij eerdere grootschalige prikcampagnes, zoals bij de Mexicaanse griep in 2011 en de nieuwe Influenza in 2008, hebben de GGD’en meer dan een miljoen mensen geprikt. Het Rijksvaccinatieprogramma (zo’n 2 miljoen prikken per jaar), wordt grotendeels ook voor een groot deel door de GGD’en uitgevoerd.

Prikken tegen het coronavirus

Door het zetten van coronaprikken hebben de GGD’en geholpen mensen beter te beschermen tegen het coronavirus. Het coronavaccin zorgt ervoor dat mensen beter beschermd zijn tegen ernstige ziekte, ziekenhuisopname en overlijden door corona.

In december 2020 kregen de GGD’en van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) de opdracht om te ondersteunen bij het prikken tegen corona: alle inwoners van Nederland moesten zo snel mogelijk een coronaprik krijgen. Deze opdracht was een operatie van formaat. Zo werden er niet alleen prikken gezet op grote priklocaties, maar werden er ook mobiele priklocaties in de wijk ingezet, zodat gemakkelijk en dichtbij huis geprikt kon worden. Ook was het voor mensen met een slechte gezondheid mogelijk om thuis een coronaprik te krijgen. De GGD’en hebben – tussen januari 2021 en december 2023 – maar liefst ruim 39 miljoen coronaprikken gezet bij bijna 13 miljoen mensen.

De GGD’en voeren deze opdracht tot op de dag van vandaag uit zoals men van ons gewend is: deskundig, kosteloos en altijd met zorg en aandacht. De professionals van de GGD’en staan ook ná de najaarsronde van 2023 en 2024 , nog klaar, voor mensen voor een bepaalde groep, om de coronaprik te geven. Óf om vragen te beantwoorden en twijfels bespreekbaar te maken. Want vaccineren is meer dan alleen een prik zetten.

Meer weten over het coronavirus? Kijk op mijnvraagovercorona.nl of bel 1400.

Tijdens de coronapandemie hielpen de GGD’en het coronavirus te bestrijden. In opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) voerden de GGD’en bron- en contactonderzoek (BCO) uit, namen zij testen af en zetten zij miljoenen coronaprikken.

Corona bevindt zich ondertussen in een endemische fase en heeft geen grote impact meer op het maatschappelijk leven. Onder de bevolking is een brede bescherming tegen corona opgebouwd. Dit komt door vaccinaties, doorgemaakte coronabesmettingen, of een combinatie van beide. Daarom is het niet langer nodig om BCO uit te voeren en ook het afnemen van coronatesten behoort voor de GGD’en tot het verleden.

Omdat bepaalde doelgroepen een verhoogde kans hebben op ernstig ziek worden door corona, heeft het ministerie besloten de coronaprik voor hen wel beschikbaar te houden. Daarom ligt er nog steeds een opdracht tot het zetten van coronaprikken bij de GGD’en.

De verhalen van onze medewerkers

Medewerkers op het gebied van testen, vaccineren en bron- en contactonderzoek, maar ook experts op het gebied van informatievoorziening, beleid, medisch, communicatie, en bedrijfsvoering hebben zich tijdens de pandemie vol ingezet om corona te helpen bestrijden. Wil je meer weten over hun werk tijdens de coronapandemie, over de uitdagingen, tegenslagen en persoonlijke ervaringen? Lees en bekijk hun verhalen op wijwarenerbij.nl.

Meer informatie?

Binnen dit onderwerp