Een truck, een barbecuefeest, zeven doden: ‘Het was zo surrealistisch’

Een truck, een barbecuefeest, zeven doden: ‘Het was zo surrealistisch’

Daarom GHORGHOR

“Een heel surrealistisch tafereel.” Dat zag Anouk van Galen toen ze op zaterdagavond 27 augustus als hulpverlener aankwam onderaan de Zuidzijdsedijk in Nieuw-Beijerland. Kort daarvoor reed een vrachtwagen daar in op een buurtfeest. Er waren meerdere doden en gewonden. “De worstjes lagen nog op tafel. Op de grond lag het bestek.”

Het was iets na zessen en de 33-jarige Anouk wilde net gaan koken, weet ze nog. Anouk werkt bij de GHOR in de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid. GHOR staat voor Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio. Ze had piketdienst. Een binnenkomende melding zorgde ervoor dat ze haar avondeten direct vergat.

Meldingen stroomden binnen

Die melding kwam van Jos Böke, vanuit de meldkamer in Rotterdam. Hij vertelt: “Ik hoorde mijn collega in de centrale door de telefoon vragen: wat zegt u? Meerdere gewonden, waarschijnlijk meerdere mensen overleden?” Dit moet een valse melding zijn, dacht Jos nog heel even. Maar direct ontploften zo’n beetje alle telefoonlijnen in de alarmcentrale. “In de eerste vijf minuten kwamen wel 12, 13 meldingen binnen. Toen wist ik: dit zit heel erg fout.”

Jos stuurde meteen vijf ambulances en een traumahelikopter naar Nieuw-Beijerland. Ook informeerde hij de dichtstbijzijnde ziekenhuizen: “Dit speelt er, er kunnen slachtoffers jullie kant opkomen.” En hij riep de dienstdoende Officier van Dienst Geneeskundig (OVD-G) op. Die coördineert op de plek van een incident het medische deel van de operatie, in nauw overleg met de politie en brandweer.

Geen gegil, geen geschreeuw

Terug naar Anouk, thuis in haar keuken. Zij was op dat moment oproepbaar als OVD-G, maar voor het noordoostelijke deel van de regio. Nieuw-Beijerland lag buiten haar gebied. “Als je hulp nodig hebt, kom ik die kant op”, stuurde ze naar de verantwoordelijke collega.

Image related to to

Haar hulp wás nodig. “Er werd direct opgeschaald, een zogeheten Code 10.” Zo kwam Anouk rond 18.45 uur aan bij de Zuidzijdsedijk: “Tijdens calamiteitenoefeningen zijn er altijd schreeuwende, gillende en rennende mensen. Hier was dat niet zo. Het was er onverwacht rustig.”
Onder de snoeren met gekleurde vlaggetjes en naast de berg aan de kant geschoven picknicktafels, waren wel heel veel hulpverleners hard aan het werk.

Machteloosheid

Gewonden gingen naar het ziekenhuis. Omstanders waren er nauwelijks meer. Wie zelf niet gewond was geraakt op het buurtfeest, werd opgevangen bij een boerderij even verderop. Onderaan de dijk stond nog altijd de vrachtwagen. Van de eerste ambulanceverpleegkundigen die arriveerden, kreeg Jos al snel te horen: “Er liggen nog mensen onder die truck, maar we kunnen er niet bij.” Zelf werkte de centralist ook jarenlang op de ambulance. In de stemmen van zijn collega’s op locatie hoorde hij iets dat hij goed herkende: “Machteloosheid. Dat is de grootste frustratie van hulpverleners. Ze willen je redden.”

Anouk beaamt dat: “De mensen van het bergingsbedrijf dat door de politie was ingeschakeld, vertelden dat ze zeker twee uur nodig zouden hebben. Het was een lastige plek en een groot voertuig. Het bergen moest zoveel mogelijk recht omhoog gebeuren, slepen kon niet.” Minstens twee uur nog dus, voor de slachtoffers eronder vandaan gehaald konden worden. “We begrepen het wel. Maar toch viel het tegen. We wilden zo graag iets voor de slachtoffers kunnen doen.”

Niet meer in leven

Al was het op dat moment eigenlijk al wel duidelijk, dat de mensen onder de vrachtwagen het waarschijnlijk niet hadden overleefd: “De truck stond half in de bosjes. We konden niet alles eronder zien. Maar door wat we wel zagen, verwachtten we geen overlevenden. We hoorden ook niks.”
Terwijl de bergers een plan maakten, dacht Anouk vooruit: “Wat doen we op het moment dat de truck omhooggaat?” Een forensisch arts zou als eerste gaan kijken, besloot ze samen met de politie. Waren er wél nog mensen in leven, dan zou er meteen ambulancepersoneel bijkomen. Anouk: “Het beeld van de slachtoffers bij zo min mogelijk mensen op het netvlies, daar wilde ik voor zorgen. Wat je niet ziet, hoef je ook niet te vergeten.”

In de loop van de avond ging Anouk naar de boerderij waar betrokkenen werden opgevangen. Voor hen had ze – samen met de politie – Slachtofferhulp ingeschakeld. Tijdens het wachten daarop, richtten de aanwezigen zich in al hun ontreddering tot Anouk.

Opgeschreven namen worden mensen

“Wie zijn de slachtoffers, wilden ze vooral weten. Maar ook: wat zeg ik tegen mijn kinderen, die alles hebben gezien?” Anouk luisterde vooral, concrete antwoorden had ze ook niet. Dat moment daar bij die boerderij, het deed wat met haar: “Je bent als hulpverlener niet van steen. Door de emoties van omstanders, worden de slachtoffers die je hebt opgeschreven op je blaadje ineens mensen.”

Lijst van slachtoffers

Terwijl de berging op de plek van het ongeluk voortduurde, besloten Anouk en haar collega’s dat één ambulance in de buurt paraat zou blijven. De rest kon vertrekken. Alle betrokken ambulancemedewerkers gingen naar een post in de buurt. “Voor gesprekken met een speciaal nazorgteam. Wie niet in staat was zijn dienst af te maken, mocht daarna naar huis.” Anouk bleef achter. “De politie had inmiddels met veel mensen gesproken, had geïnventariseerd wie er op de barbecue waren geweest. En wie er nog werden vermist.”

Image related to to

Completer beeld

Anouk had gegevens van de gewonden die per ambulance waren vervoerd, of op een andere manier het ziekenhuis waren binnengebracht. Zo ontstond een steeds completer beeld. Soms waren er heel even geen vragen voor Anouk, was er een moment van rust. “Ik keek dan met m’n collega’s naar de bergingsoperatie. Zo’n bizar tafereel. Hoe heftig moet het ook voor de bergers zijn, zeiden we tegen elkaar. Die komen meestal pas als slachtoffers al weg zijn.”

Rond middernacht – Anouk is dan inmiddels vertrokken van de rampplek – werd de vrachtwagen weggetakeld. Alle slachtoffers eronder bleken inderdaad te zijn overleden. Zeven doden waren er, onder wie een ongeboren kindje.

‘Niet te beschrijven’

Vier slachtoffers kwamen uit één familie: een 75-jarige vrouw en haar zoon (41) en schoondochter (28). Die laatste was hoogzwanger van een meisje. Ook een man van 50, een man van 62 en een vrouw van 32 overleefden het ongeluk niet. Allemaal kwamen ze uit de gemeente Hoeksche Waard. Burgemeester Charlie Aptroot sprak over een gemeenschap ‘in rouw, in diepe rouw’. Over de betrokkenen, de buurtgenoten op de barbecue, zei hij: “Wat zij hebben gezien, is niet te beschrijven.”
Om die reden vindt Anouk het lastig om te praten over de impact die het ongeluk op haar als hulpverlener heeft gehad. “Het is voor die mensen zo verschrikkelijk erg.” Maar desgevraagd wil ze wel toegeven dat het ‘niet altijd makkelijk is om los te komen van zo’n incident’. Wat haar het meeste bijblijft? Hoe zoiets vreselijks zo toevallig kan zijn. “Bijna overal kun je van zo’n dijk naar beneden rijden en helemaal niets raken. En iedereen komt ook weleens op zo’n barbecue. We hadden dat allemaal kunnen zijn.”

‘Mag er zijn’

Ze vertelt verder: “In de weken na het ongeluk zag ik soms ineens een foto van het incident voorbijkomen, op Facebook bijvoorbeeld. Dat kwam binnen.” Maar: “Dat mag er zijn. Pas als zulke dingen je niet raken, dan gaat er iets niet goed.” Toen ze later dit jaar in de buurt was, bezocht Anouk de rampplek nog eens. “Heel even maar hoor. Er was niks meer te zien natuurlijk. Ik weet zelf niet precies waarom, maar het voelde goed om te doen.”

Ook bij schietpartij zorgboerderij

Tot afgelopen januari werkte Anouk uitsluitend op kantoor voor de GHOR en kwam ze niet op locatie bij incidenten. Sinds dit jaar is ze Officier van Dienst Geneeskundig. Toevallig was ze oproepbaar tijdens de twee grootste calamiteiten in het afgelopen jaar in haar regio, Zuid-Holland Zuid. Naast het drama met de vrachtwagen, was dat de dodelijke schietpartij op een zorgboerderij in Alblasserdam in mei. “Daar heb ik emotioneel meer last van gehad. Niet dat ik het ene erger vind dan het andere, maar misschien omdat het mijn eerste grote calamiteit was.”
Ze is vastberaden in 2023 met evenveel gedrevenheid haar werk te blijven doen. “Ik kan vervelende gebeurtenissen niet voorkomen. Wel kan ik doen wat in mijn macht ligt, om de impact ervan op omstanders, nabestaanden of mijn collega’s op de ambulances net wat minder groot te maken. Daar haal ik voldoening uit.”

Ook Jos zit komend jaar weer paraat in de meldkamer. “Hartaanvallen, ongelukken, er gebeurt voortdurend van alles in de regio. Laat mij dan maar degene zijn die jou helpt in jouw machteloosheid, laat mij jou structuur geven.”

Bron: RTLnieuws.nl, 19 november 2022.
tekst Marjanka Meeuwissen