Bron- en contactonderzoek, speerpunt voor alle GGD’en

Bron- en contactonderzoek, speerpunt voor alle GGD’en

NieuwsCoronavirus

Er lijkt onduidelijkheid te bestaan over hoe en in welke mate GGD’en op dit moment bron- en contactonderzoek doen als onderdeel van de bestrijding van het coronavirus. Bron- en contactonderzoek is een kerntaak van het dagelijks werk van de GGD en is nog steeds een speerpunt voor alle GGD’en in Nederland. Ze zijn hier nooit mee gestopt. Sterker nog, alle GGD’en werken al maanden fors opgeschaald aan de bestrijding van het coronavirus inclusief aan bron- en contactonderzoek.

Aanpak op maat
Bron- en contactonderzoek is het snel achterhalen van mensen die besmet zijn en hun contacten. Om zo verdere besmettingen zo snel mogelijk in te kunnen dammen. De manier waarop dit wordt uitgevoerd, is afhankelijk van de fase waarin de verspreiding van het virus zich bevindt en het hangt af van wie er besmet is. Dat vraagt om een aanpak op maat en maakt dat verschillende GGD-regio’s verschillende keuzes kunnen maken. Is het streven het indammen van het virus (de zogenaamde containment fase), dan vindt actief bron- en contactonderzoek plaats en bellen GGD’en iedereen na.

Is er sprake van teveel besmettingen en streven we naar het zoveel mogelijk vertragen van de verspreiding (de zogenaamde mitigatiefase), dan kan sprake zijn van passief bron- en contactonderzoek. Op dat moment faciliteert de GGD juist de mensen die besmet zijn om zelf hun omgeving te informeren via een uitgebreid informatiepakket. Maar de basis is dat GGD’en met álle bevestigde besmette patiënten contact hebben, en dat doen ze altijd volgens de richtlijnen van het RIVM.

Voldoende capaciteit voor huidige doelgroepen
Voor alle extra groepen die op dit moment in opdracht van de Rijksoverheid getest worden (o.a. zorgmedewerkers, politie, leraren etc) hebben de GGD’en op dit moment ruim voldoende capaciteit. Zowel qua testen als qua bron- en contactonderzoek.

Opschalen geen doel op zich
De GGD’en werken samen met RIVM en VWS aan een plan om nog meer groepen te kunnen gaan testen, met het daarbij behorende bron – en contactonderzoek. Om, samen met alle andere partijen, zoals ziekenhuizen, huisartsen en instellingen, een eventuele versoepeling van maatregelen mogelijk te maken. Het is de Rijksoverheid die bepaalt welke extra groepen er nog meer getest gaan worden. En op dat moment zullen de GGD’en daar voor zorgen. Die mogelijkheden hebben wij.

Concreet. Op het moment dat de overheid aan de GGD’en vraagt om nog meer (beroeps)groepen te testen, dan zullen de GGD’en deze testen gaan uitvoeren. Meer testen betekent, normaliter, meer bevestigde besmettingen. Wat op zijn beurt dus leidt tot meer bron- en contactonderzoek. Het opschalen van bron- en contactonderzoek is dus geen doel op zich. Het is één op één verbonden met de mate waarin we testen.

Meer lezen?