Ernstige consequenties tekort forensisch artsen
De GGD’en maken zich grote zorgen over het groeiend tekort aan forensisch artsen in Nederland. “Wat niemand wil, gebeurt nu toch: kinderzedenzaken dreigen vertraging op te lopen. En er is een tekort aan forensisch artsen die in deze zaken het onderzoek kunnen doen. Nu treft het kwetsbare kinderen en jongeren die mogelijk slachtoffer zijn van seksueel geweld. Dat is schrijnend”. Ton Coenen, directeur GGD GHOR Nederland doet een dringend beroep op het nieuwe kabinet om in de coalitiebegroting nu eindelijk te doen wat nodig is.
Het niet tijdig uitvoeren van zedenonderzoeken bij minderjarigen heeft verstrekkende gevolgen voor slachtoffers en voor de strafrechtelijke vervolging van daders. Ook de GGD’en voelen het oplopende tekort aan forensisch artsen. Zij, maar ook artsen, de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd én voormalige ministers van Justitie en Veiligheid, Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties pleiten al jarenlang voor investering in de forensische geneeskunde. Ton Coenen, directeur GGD GHOR Nederland vraagt, omwille van de ernst van de situatie, om snelle duidelijkheid over de financiering.
Noodverbanden
De lijst onderzoeken en oproepen van allerlei partijen om te zorgen voor meer goede forensisch artsen is eindeloos (zie kader). De laatste was eind 2021 toen 3 ministers meldden dat zij de randvoorwaarden voor forensische geneeskunde wilden verbeteren, onder andere door een structurele investering van € 20 miljoen. “De besluitvorming hierover is aan het volgende kabinet”, schreven zij, op het moment dat de laatste hand gelegd werd aan het coalitieakkoord. In het coalitieakkoord is opnieuw de structurele investering in de forensische geneeskunde niet opgenomen.
De incidentele gelden, waarmee jaren getracht is om de forensische geneeskunde drijvende te houden, zijn goed ingezet. Maar opleiden kost jaren. Het voortdurend uitblijven van een structurele oplossing, en van perspectief heeft geleid tot de huidige situatie. Inmiddels is de eerste noodmaatregel – inzet van niet-forensisch artsen voor gemeentelijke lijkschouw – al van kracht. Een tweede noodverband – voor het zedenonderzoek bij minderjarigen – moet nu met spoed gevonden worden. Ook andere onderdelen van forensische geneeskunde, zoals Forensisch Medische Expertise en Medische Arrestantenzorg, van groot belang voor slachtoffers en strafrecht, lijden onder de tekorten en worden met steeds grotere moeite uitgevoerd. De GGD’en voeren een tweejarig versterkingsprogramma uit ter versterking van de forensische geneeskunde, maar de druk op de huidige groep forensisch artsen is te groot en ook de samenleving zal steeds meer merken van de tekorten.
“We zijn het moment van ingrijpen voorbij”
De forensisch artsen van de GGD’en willen graag een extra bijdrage leveren aan de zedenonderzoeken, maar het is niet mogelijk om dat per direct te doen. Naast een tekort aan forensisch artsen, is ook de benodigde specifieke expertise niet altijd aanwezig bij de forensisch artsen van de GGD. De uitvoering van een zedenonderzoek bij minderjarigen vraagt om zeer specifieke expertise over het kind, en een bekwaamheid die je als arts alleen krijgt als je dit type onderzoek regelmatig uitvoert.
Bovendien is er nu eindelijk die structurele oplossing nodig waar iedereen het over eens is. Een noodverband is niet zonder consequenties: een extra inzet op de ene taak zal ten koste gaan van andere taken. Ton Coenen: “Hoeveel noodmaatregelen komen er nog, voordat de structurele maatregelen getroffen worden die volgens al die partijen en onderzoeken noodzakelijk zijn? We zijn het moment van ingrijpen echt al voorbij”.
Lees ook: Problemen bij kinderzedenzaken: schrijnend tekort aan forensisch artsen (RTL Nieuws, 4 april 2022)
Lees ook: Tekort aan NFI-artsen leidt tot problemen bij kinderzedenzaken (Bron: Medisch Contact 4 april 2022)
Naschrift 11 april 2022
Minister werkt met urgentie aan structurele oplossing voor forensische geneeskunde
Woensdag 6 april vergaderde de vaste commissie van Justitie en Veiligheid over Seksueel geweld en kindermisbruik. Tijdens het debat stelde Kamerlid Mutluer (PvdA), mede namens GroenLinks, aan minister Yesilgöz-Zegerius de vraag of er extra scholing, bijstand en structurele investering komt voor forensische artsen. De minister beaamde dat het cruciaal is dat het tekort aan forensische artsen wordt opgelost. “Samen met NFI en GGD is heel hard gezocht om de tijdelijke tekorten zó op te lossen dat de jonge slachtoffers ook niet dáár weer het slachtoffer van worden. Maar ik blijf op zoek, ook met collega’s van VWS, naar structurele oplossingen. Er wordt 20 miljoen extra becijferd om dit structureel op te kunnen lossen in de toekomst. Wij zijn met BZK en VWS aan het kijken hoe kunnen we dit vormgeven. Een deel van het bedrag is mogelijk vanuit het coalitieakkoord; een deel nog niet. Dit wordt echt met alle urgentie met elkaar opgepakt.”, aldus de minister [vanaf 2:25:00].
Kamervragen over maatregelen voor forensisch personeel
Daags na het debat hebben Kamerleden Van den Hil en Michon-Derkzen (VVD) schriftelijke vragen gesteld aan de ministers van VWS en J&V over de problemen bij kinderzedenzaken en het schrijnend tekort aan forensisch artsen. Daarin vragen zij onder meer naar maatregelen om de personeelstekorten tegen te gaan, het toekomstbestendig maken van de inzet van het forensisch personeel en het voorkomen van uitstroom. Schriftelijke vragen dienen binnen drie weken te worden beantwoord.
Een lange voorgeschiedenis
GGD’en hebben steeds grotere moeite de dienstverlening aan gemeenten, Politie en Openbaar Ministerie op het gebied van de Lijkschouw, Forensisch Medische Expertise en Medische Arrestantenzorg te continueren.
- In 2011 constateerde het Nivel in opdracht van het Capaciteitsorgaan in een rapport: “dat de netto capaciteit aan werkzame forensisch artsen de komende 10 jaar snel zal afnemen. De vraag naar forensisch artsen in Nederland zal in de komende jaren zal daarentegen niet dalen”.
- In 2013 adviseerde de Gezondheidsraad al een pakket aan maatregelen ter verbetering van de forensische gezondheid.
- Na verontrustende signalen uit het veld en de Tweede Kamer vroeg de minister van J&V in 2015 het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) om vergelijkend onderzoek te doen naar de lijkschouw en de gerechtelijke sectie tussen Nederland en enkele andere Europese landen.
- In de tussentijd pleitte het Capaciteitsorgaan in 2016 opnieuw voor een uitbreiding van de subsidieregeling naar de profielen arts beleid en advies, arts indicatie en advies en forensisch arts: “De komende 5 jaar gaat een groot deel van deze artsen namelijk met pensioen, terwijl de instroom in dit profiel nagenoeg ontbreekt”. Ondanks de adviezen moet het Capaciteitsorgaan in 2019 concluderen dat er voor de forensisch artsen er nog geen structureel perspectief op opvang van de vervangingsvraag bestaat.
- Naar aanleiding van het verontrustende NFI-rapport, stelden de ministers van J&V, VWS en BZK uit Kabinet Rutte 2 in 2017 een Taskforce in om een onderzoek te doen naar de keten van lijkschouw en gerechtelijke sectie.
- In 2017 verscheen het in opdracht van VWS uitgevoerde onderzoek van Chiel Bos over de forensisch medische expertise voor kinderen met een vergelijkbare aanbeveling. De GGD’en startten daarna op verzoek van VWS met de verbetering van de regionale organisatie van forensisch medische expertise bij kinderen in het programma FMEK.
- En in datzelfde jaar verscheen het advies van de Commissie Hoes ‘Toekomst voor de forensische geneeskunde’, waarin opnieuw zorgen werden uitgesproken over de kwaliteit en de omvang van het vakgebied.
- Naar aanleiding van het advies ‘De dood als startpunt’ in 2018 van de Taskforce Lijkschouw en gerechtelijke sectie voerde de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) van oktober 2020 tot juni 2021 een breed verkennend toezicht uit naar gemeentelijke lijkschouw door forensisch artsen.
- Daarop beschreven de ministers van J&V, VWS en BZK uit inmiddels demissionair Kabinet Rutte 3 in november 2021 op welke manier zij de randvoorwaarden voor forensische geneeskunde willen verbeteren, en richtten daarvoor zelfs een gezamenlijk projectteam in.
Voor 2022 is er door de drie genoemde ministeries een bedrag beschikbaar gesteld voor de opleiding van forensisch artsen. Daarnaast heeft het ministerie van Justitie en Veiligheid in 2021 en in 2022 incidenteel middelen beschikbaar gesteld om de inrichting van de organisatie van de GGD‘en op het niveau van de tien politie-eenheden voor de uitvoering van de forensische geneeskunde te ondersteunen. Er is echter meer nodig om de forensische geneeskunde goed neer te zetten.