Zorg voor een gezonde samenleving, voorbereid op toekomstige gezondheidscrises

Zorg voor een gezonde samenleving, voorbereid op toekomstige gezondheidscrises

NieuwsCoronavirus

We hebben bijzondere jaren achter ons liggen. Jaren die werden beheerst door een wereldwijde pandemie met grote gevolgen voor onze maatschappij en onze gezondheid, zowel fysiek als mentaal. Een tijd waarin we een nieuwe infectieziekte moesten bestrijden, gezondheidsrisico’s moesten beperken, de zorg overeind probeerden te houden en we op basis van beperkte kennis verregaande actie moesten ondernemen. Het is dan ook goed dat we terugkijken, evalueren en leren. Vandaag verscheen het derde rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV), het afsluitende hoofdstuk van een indrukwekkende trilogie. In deze omvangrijke rapporten schetst de OVV een gedetailleerd beeld van een pandemie met een omvang waarop niemand was voorbereid.

Door buitengewone inzet van velen hebben we de crisis onder controle gekregen. Wij zijn enorm trots op de inzet van de duizenden GGD-medewerkers, die er samen voor gezorgd hebben dat er 31,5 miljoen coronatesten zijn afgenomen en er ruim 37 miljoen vaccinaties zijn gezet. En daar gaan we nog mee door, nu met een najaarsronde coronaprikken voor ouderen en kwetsbaren. Want de pandemie is weliswaar sinds mei 2023 officieel voorbij, maar corona blijft onder ons. Daarmee verandert onze inzet van een crisis-aanpak op verzoek van de minister van VWS naar een meer reguliere taak, die past bij de opdracht van de GGD’en.

GGD GHOR Nederland heeft waardering voor de wijze waarop de OVV de aanpak van de coronacrisis heeft beschreven en geanalyseerd. Het gebruik van data om onderbouwde beleidskeuzes te maken is van evident belang. De OVV constateert terecht dat het datalandschap van de infectieziektebestrijding aan het begin van de crisis niet was ingericht op de omvang van de pandemie. Daarnaast was er discussie over de juridische grondslag van het uitwisselen en beschikbaar stellen van data tussen verschillende instanties. Tijdens de crisis zijn er grote stappen gezet om dit te verbeteren. Ook zijn er op basis van de geleerde lessen vanuit de pandemische paraatheid middelen beschikbaar gekomen waarmee gebouwd wordt aan een nieuw ICT en datalandschap. Een belangrijk onderdeel hiervan is het veilig beschikbaar maken van data voor wetenschappelijk onderzoek.

De geleerde lessen worden inmiddels in praktijk gebracht: op 1 september jl. startte de Landelijke Functie Opschaling Infectieziektebestrijding (LFI) als nieuwe landelijke crisisorganisatie en binnen het programma Pandemische Paraatheid werken de GGD’en aan de broodnodige versterking van de infectieziektebestrijding. Er wordt hard gewerkt aan het ontwikkelen en implementeren van informatievoorzieningen die het effectiever bestrijden van een grootschalige infectieziektenuitbraak mogelijk maken.

Maar dat betekent niet dat we er al zijn. Het blijft cruciaal om structureel aandacht te hebben voor sterke infectieziektebestrijding en crisisbeheersing. Met het oog op de verkiezingen en de vorming van een nieuw kabinet is het van belang dat de aandacht voor infectieziektebestrijding niet wegzakt, dat de ingezette structurele versterking gecontinueerd wordt en dat de voorgenomen wijzigingen van de Wet publieke gezondheid voortvarend worden doorgevoerd.

Maar alleen het inrichten van een sterke infectieziektebestrijding is niet voldoende. De belangrijkste randvoorwaarde om goed voorbereid te zijn op de gezondheidscrisis van morgen is een gezonde bevolking. In de coronacrisis zagen we dat mensen die kwetsbaar waren onevenredig hard werden getroffen. Om de grote gezondheidsverschillen in Nederland te verkleinen is veel meer investering in preventie noodzakelijk. Daarbij zal in de komende kabinetsperiode verder gekeken moeten worden dan de gebruikelijke horizon van vier jaar. Want de kans dat we in de nabije toekomst opnieuw te maken krijgt met een grootschalige uitbraak van een (nieuwe) infectieziekte of andersoortige langdurige of grootschalige crisis is reëel.