Houtrook

Houtrook

Preventie

Houtrook zorgt voor veel gezondheidsschade en overlast bij omwonenden. Het bevat schadelijke stoffen, waaronder fijnstof en roet, die fors bijdragen aan luchtverontreiniging in Nederland. Gemeenten en de Rijksoverheid dienen daarom maatregelen te nemen om blootstelling aan houtrook zoveel als mogelijk te beperken en stapsgewijs toe te werken naar een volledig houtstookverbod. Het is daarbij belangrijk dat maatregelen worden ondersteund met het vergroten van kennis over en bewustwording van de negatieve effecten op de gezondheid van inwoners.

Houtrook veroorzaakt veel gezondheidsschade

Houtrook is in Nederland een van de grootste bronnen van fijnstof en uitstoot van andere schadelijke stoffen zoals polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s). Houtrook is afkomstig van onder andere kachels, barbecues, vuurkorven, en vuren zoals vreugdevuren en kampvuren. Terwijl de relatieve bijdrage van het verkeer aan fijnstof de laatste decennia fors is afgenomen, is die van houtstook gestegen (RIVM). Zonder extra maatregelen zal de overlast door houtrook naar verwachting nog verder stijgen (TNO).

Het verkeer wordt steeds schoner, bijvoorbeeld doordat er meer elektrisch gereden wordt en door het invoeren van milieuzones. Houtverbranding blijft even vervuilend, en de hoge energieprijzen zorgen voor een flinke stijging van het stoken van hout (CBS). Houtstook door consumenten leverde in 2021 een bijdrage van ¼ deel aan de landelijk uitstoot van de fijnere fractie fijnstof (PM2.5), dat schadelijk is voor onze gezondheid doordat het tot in de diepere luchtwegen doordringt (RIVM). Bovendien komt bij houtstook veel ultrafijnstof vrij (Universiteit Utrecht). Deze deeltjes zijn kleiner dan 100 nanometer en kunnen daardoor diep in de longen doordringen en via de bloedbaan schade veroorzaken aan verschillende organen.

Houtrook kan bij iedereen (zowel stokers als niet-stokers) gezondheidsklachten geven, zoals irritatie aan luchtwegen of ogen, en geurhinder. Mensen die extra gevoelig zijn voor luchtverontreiniging, zoals ouderen, kinderen en mensen met een luchtwegaandoening of hart- en vaatziekten, kunnen extra last hebben van gezondheidsklachten door houtrook. Op lange termijn kan blootstelling aan luchtverontreiniging leiden tot luchtwegaandoeningen, hart- en vaatziekten en zelfs vroegtijdige sterfte. Daarom is het vanuit gezondheidskundig oogpunt belangrijk om blootstelling aan houtrook in de directe woonomgeving te beperken. Meer informatie over de gezondheidseffecten van houtrook is te vinden op de website van GGD Leefomgeving.

Blootstelling beperken

De meest effectieve maatregelen om gezondheidseffecten van luchtverontreiniging te voorkomen zijn maatregelen die de bron van houtrook wegnemen of uitstoot beperken. Maatregelen die het inademen van houtrook verminderen (bijvoorbeeld ramen sluiten) of maatregelen die de ‘ontvanger’ van de houtrook moet nemen (bijvoorbeeld meer medicijnen nemen tegen astma) kunnen nadelige bijeffecten op de gezondheid hebben. Maatregelen die de bron van houtrook wegnemen of beperken, zijn effectiever.

Uit analyse van het RIVM blijkt dat de meeste klachten optreden bij weinig wind of mistig weer. Niettemin treden er ook gezondheidseffecten op bij gunstigere weersomstandigheden, mede omdat de houtrook bijdraagt aan de totale hoeveelheid luchtverontreiniging. Daarom roepen gemeenten en overheid op om toe te werken naar een volledig houtstookverbod. Stoppen met het stoken van hout is gezondheidskundig de meest effectieve maatregel om gezondheidseffecten te voorkomen.

Voorbeelden van maatregelen die een gemeente kan nemen zijn:

  • Verbod op het stoken van hout in de buitenruimte (zie vuurkorfverbod gemeente Utrecht).
  • Houtgestookte toestellen niet toestaan als hoofdverwarming van een woning.
  • Stimuleren van houtrookvrije (nieuwbouw)wijken.
  • Een subsidieregeling voor het verwijderen of onbruikbaar maken van rookgaskanalen.
  • Stimuleren van alternatieven voor houtstook.

Daar waar een houtstookverbod (nog) niet mogelijk is dienen gemeenten maatregelen te nemen die minder stoken en schoner stoken stimuleren. In 2022 heeft Royal Haskoning/DHV een analyse gepubliceerd naar de emissiereductie en kosteneffectiviteit van verschillende beleidsmaatregelen op houtstook gebied. Ook in de Verkenning maatregelen luchtkwaliteit CE Delft staan kansrijke maatregelen op houtstook met kosten-effectiviteit uitgewerkt.

Maak inwoners bewust van de overlast en hinder die houtrook veroorzaakt

Uit onderzoek blijkt dat minder dan de helft van de Nederlanders zich bewust is van de negatieve effecten die houtrook op gezondheid heeft, en de hinder die het stoken van hout kan veroorzaken. Het is daarom belangrijk dat gemeenten ook via communicatiekanalen zoals campagnes inwoners bewust maken van het negatieve effect van houtrook op hun eigen gezondheid en die van de ander.

Werk toe naar een houtstookverbod

Gemeenten dienen een gezonde fysieke leefomgeving en goede omgevingskwaliteit te bereiken en in stand houden (artikel 1.3 Omgevingswet). Zeker in stedelijke gebieden is dit extra belangrijk omdat mensen dicht op elkaar wonen. Er zijn verschillende mogelijkheden voor gemeenten om maatregelen te realiseren die overlast van houtrook tegengaan.

Met behulp van het juridisch kader houtrook is het voor gemeenten mogelijk om onder de Omgevingswet beleidsregels op te stellen die houtstook in bepaalde situaties kan verbieden. kan door kwetsbare groepen te beschermen, houtstook in specifieke gebieden te verbieden en te sturen op doelen voor de leefomgeving. Een voorbeeld van een effectieve beleidsregel, is de ‘houtstook verbod bij code rood’ maatregel, die wordt ondersteund door de stookwijzer. De stookwijzer maakt het mogelijk op gemeentelijk niveau een stookverbod af te kondigen voor een periode van de dag.

Het is een maatregel die bewustwording vergroot bij inwoners en hindersituaties kan aanpakken. Ook voor buitenstook (zoals een vuurkorf of barbecue) roepen wij gemeenten op om maatregelen te nemen die gezondheidsschade inperken en hierbij als voorbeeld het vuurkorfverbod gemeente Utrecht te gebruiken.

Andere vormen van verbranding waar ook relatief veel (hout)rook bij vrijkomt zijn biomassacentrales, en grote vuren als kampvuren bij scoutingverenigingen, vreugdevuren en paasvuren. Ook de uitstoot die ontstaat bij de verbranding van hout in biomassacentrales is ongezond, ondanks maatregelen die genomen worden als inzet van goede filters. Gezondheid is een belangrijk onderdeel in de integrale beoordeling van het al dan niet inzetten van biomassacentrales. GGD’en pleiten ervoor om het meewegen van gezondheid expliciet te maken. Ook als het gaat om niet-vergunningsplichtige installaties (<15 MW) en/of biomassacentrales in of nabij woongebieden.

Rol GGD’en

De GGD’en adviseren gemeenten om een gezonde leefomgeving te creëren en hierbij de meest effectieve maatregelen voor een gezonde luchtkwaliteit te nemen. Dit omvat ook advies over beleidsmaatregelen en fysieke ingrepen om de overlast door houtrook te voorkomen of te beperken.

Tot de invoering van de Omgevingswet lukte het gemeenten niet om beperkende beleidsregels op te stellen voor houtstook, mede omdat hierbij moest worden aangetoond dat er ‘onaanvaardbare hinder’ optrad. Onder de Omgevingswet zijn er nieuwe mogelijkheden die uitgewerkt zijn in het juridisch kader houtrook. De GGD’en kunnen gemeenten ondersteunen bij het formuleren van ‘houtstook-ambities’ in een omgevingsvisie, en ook bij het uitwerken in een programma en/of bindende regels in het omgevingsplan. Daarnaast kunnen GGD’en adviseren bij het opzetten van een bewustwordingscampagne, of het doen van eigen metingen door inwoners.