Over de omgevingswet16 januari 2024
Op 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. Eén van de maatschappelijke doelen van de Omgevingswet is het bereiken en in ...
Lees meerJonne Kortmann (39) werkt als forensisch arts bij GGD Flevoland. Haar werkdag klinkt misschien als een spannende aflevering van de Amerikaanse televisieserie Crime Scene Investigation (CSI), maar is dat ook zo? We vragen Jonne wat ze zoal doet op een dag.
Samengevat is het werk van forensisch arts rennen of stilstaan. Het grootste deel is ad hoc, want een gevonden lichaam is nooit gepland. Ik treed op als gemeentelijk lijkschouwer als er twijfel is aan een natuurlijke dood, maar controleer ook of een euthanasie correct is uitgevoerd. Daarnaast ga ik naar het politiebureau voor arrestantenzorg en kijk mee bij een vermoeden van kindermishandeling. De dag kan administratief voorbijgaan, maar je kunt aan het einde van de dag ook 500 kilometer op de teller hebben. Mijn werkgebied strekt zich uit van ’t Gooi tot de Noordoostpolder, tegen Friesland aan, en van Almere tot het noorden van Utrecht.
Waarvoor Jonne nog meer wordt opgeroepen is heel divers. Om te beginnen ben ik gemeentelijk lijkschouwer en word gebeld als er iemand is overleden waarbij er twijfel is aan de natuurlijkheid van de dood. Maar ik kan ook worden opgeroepen voor een bloedafname voor de politie. voor iemand die te diep in het glaasje heeft gekeken en/of met geestverruimende middelen achter het stuur is gaan zitten. Ook heb ik te maken met mensen die zijn aangehouden en medische hulp nodig hebben in de cel op het politiebureau. Zij zitten vast en hebben daardoor niet de vrijheid om zelf naar een arts te gaan. Ik kom daarom naar hen en kijk of ik hen kan behandelen of moet doorsturen naar het ziekenhuis.
Voor mijn werk is onafhankelijkheid nodig. Ik moet mijn medisch oordeel niet laten afhangen van een juridisch belang. De onafhankelijkheid is belangrijk omdat mensen verdachten zijn. Ze zijn nog niet veroordeeld en kunnen dus ook onschuldig zijn. Ik weet meestal niet waarom iemand op dat moment in de cel zit. Ik moet alleen beoordelen of ze naar het ziekenhuis moeten, of ik moet hun psychische toestand beoordelen. Daarvoor hoef ik niet altijd te weten wat iemand heeft gedaan.
Als er een incident is geweest waarbij iemand gewond is geraakt, kan ik het letsel beoordelen. Het kan bijvoorbeeld gaan om een geweldsdelict of verkeersongeval. Voor justitie is het belangrijk om te weten wat het letsel is, wat de toedracht is en wat mensen er mogelijk aan overhouden. Dat moet iemand onafhankelijk vaststellen en dat doe ik dus.
Vaak word ik ’s nachts gebeld vanuit het politiebureau, als ik bloed moet afnemen bij iemand of als een arrestant moet worden beoordeeld. Lichamen worden vaak overdag aangetroffen. Een complexe lijkschouw vind ik interessant omdat het een puzzel is. Dat doe ik altijd samen met andere professionals. Mensen van forensische opsporing kijken bijvoorbeeld naar DNA-sporen en maken foto’s en rechercheurs proberen het verhaal te reconstrueren. Met z’n drieën proberen we de puzzel op te lossen.
Alleen loop ik niet rond met wapperende haren, maar draag beschermende kleding. Bij CSI weten de hoofdpersonen ook bijna altijd alles van vele onderwerpen. In het echt hebben we ieder onze eigen kennis, vullen elkaar aan en houden elkaar scherp. We wijzen elkaar op opvallende zaken, zoals lege pillenstrips of iets bijzonders aan het lichaam.
Waar Jonne vooral op moet letten: de clou is dat je begint zonder vooroordeel. Het onderzoek is het laatste dat je kunt doen voor iemand die is overleden en dat moet zorgvuldig, correct en onbevooroordeeld gebeuren. Als iets duidelijk zelfmoord lijkt, is het de uitdaging om daar toch open minded in te stappen. Ook al tref je iemand aan in een suïcidesituatie, liggen er overal afscheidsbrieven en zijn spullen gemarkeerd voor nabestaanden. Nabestaanden hebben er ook behoefte aan dat het overlijden van hun naasten goed wordt onderzocht.
We hebben het voordeel dat we de overledene niet kennen. Het is vaak anders voor behandelaars in het ziekenhuis of huisartsen. Die weten hoe iemand was en dat kan de interpretatie van bevindingen kleuren. Voor mij is het echt een lichaam met een verhaal dat je moet ontdekken.
Bovenstaande foto is van een collega van Jonne aan het werk.
Ze vinden het interessant, maar ik heb natuurlijk wel beroepsgeheim. Geen gezellige borrelpraat dus, maar ik ben gelukkig getrouwd met een arts. Als het nodig is, kan ik emotioneel bij hem terecht. Vooral de confrontatie met nabestaanden is soms moeilijk, maar meestal zie ik die niet. Ik werk op de plaats delict en mensen worden daar weggehouden. Soms hebben nabestaanden echter vragen aan mij en dan sta ik ze te woord. Vaak zijn die gesprekken heel emotioneel en dat hakt er wel in. Een lichaam is dan niet meer alleen een lichaam.
Het is soms lastig om het werk te doen zonder medisch dossier van iemand. Een overleden persoon zegt niets meer. Hoe kom je er dan achter wie de huisarts is? In een dorp heb je vaak maar één arts, maar in Almere is dat een stuk lastiger. Buiten kantoortijden kan de huisartsenpost nog wel eens iets betekenen qua informatie. Als je geen medisch dossier hebt, weet je niet wat iemand mogelijk had aan aandoeningen. Waar begin je dan? Het is bewust weten dat je geen puzzelstukjes hebt. De puzzel is er wel, maar waar?
Het werk is heel gevarieerd. Je weet aan het begin van je dag niet hoe de dag gaat eindigen. De telefoon gaat en je weet niet wat je gaat doen. Je kunt opeens bij een sloot staan, of in een politiecel. Je komt in contact met mensen die niet altijd een keuze hebben gehad in hun leven en dan is het aan mij om te kijken hoe ze kunnen worden geholpen.
FMEK betekent Forensisch Medische Expertise bij Kinderen en Kwetsbare personen. Ik werk bijvoorbeeld samen met hulpverleners van Veilig Thuis als er een vermoeden is van kindermishandeling. Professionals signaleren letsel en vragen zich af of het een blauwe plek is van voetbal of wat anders. Bij mijn werk gaat het om vaststellen van feiten als onderdeel van waarheidsvinding. Kinderen kunnen rare dingen doen en als arts moet ik van alles meewegen. Een pasgeboren baby gaat nergens heen als je die op de grond legt. Heeft een jonge baby een blauwe plek, dan is het de vraag hoe dat kan. Bij kinderen die net kunnen lopen, is een buil op het hoofd minder vreemd. Zo moet je elke situatie wegen.
Ik heb mijn functienaam niet mee. Bij het horen van ‘forensisch arts’ denken ouders soms dat de politie meekomt. Ik probeer er altijd neutraal in te stappen. Of het nu om de ouders of om het kind gaat: iedereen heeft recht op juiste vertegenwoordiging. Je wil soms ook zo min mogelijk weten. Eerst het kind zien en dan het verhaal horen. En geen sturende vragen stellen, want dan ben je bezig met opsporing. Ik zit er voor feiten verzamelen en hierover te adviseren, niet als opsporingsambtenaar.
Ik blijf dit zeker nog een tijd doen. Misschien niet tot mijn zeventigste, tenzij dat dan de pensioenleeftijd is, haha. Misschien ga ik wel meer doen in theorie en minder in uitvoering, of een functie waarin ik meer betrokken ben bij de rechtbank.
Meer horen? In november 2020 heeft Jonne meegewerkt aan een podcast over haar werk als forensisch arts.
Op 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. Eén van de maatschappelijke doelen van de Omgevingswet is het bereiken en in ...
Lees meerBrenda Boeve en Miranda Smid zijn toezichthouder voor GGD Flevoland. Brenda is toezichthouder Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en Miranda is toezichthouder kinderopvang. ...
Lees meerSeries als CSI zijn onverminderd populair, voorlichtingsdagen bij criminologie trekken duizenden scholieren, maar wie weet wat een forensisch arts doet? Studenten geneeskunde ...
Lees meer