Wel of niet vaccineren
De verloskundige wijst de (aanstaande) moeder op de mogelijkheid om tijdens de zwangerschap zich in te laten enten tegen kinkhoest, om zo het ongeboren kind te beschermen tegen kinkhoest. De moeder gaat, wanneer zij wil, naar de GGD voor de vaccinatie. “Uit mijn onderzoek blijkt dat deze groep vrouwen heel weloverwogen een keuze wil maken. Veel vrouwen zoeken informatie op en bespreken de mogelijkheden met hun partner, vrienden en familie. Sommige vrouwen willen ook in gesprek met een zorgverlener, vaak iemand die ze kennen en een vertrouwensband mee hebben, zoals de verloskundige, de huisarts of de GGD. De moeder wil een besluit nemen in lijn met haar geloofsovertuiging. Daarin spelen verschillende geloofsargumenten een rol, bijvoorbeeld volledig willen vertrouwen op God, heel goed zorgen voor het kindje dat je van God gekregen hebt en verantwoord gebruikmaken van vaccinatie als middel wat God de mensheid gegeven heeft. Voor sommige vrouwen is deze keuze echt een worsteling.”
Ook als de aanstaande moeder besluit zich niet te laten vaccineren, voelt ze die verantwoordelijkheid om goed te zorgen voor haar kind. Ze wil haar kind beschermen als een ziekte in hun omgeving rondgaat. En als het kind toch besmet raakt, de infectie zo goed mogelijk te lijf gaan. “Ze hebben een groot verantwoordelijkheidsgevoel en willen óók voorkomen dat hun kindje anderen besmet. Ze hebben goede informatie van een zorgverlener nodig om ze daarbij te helpen.”
Aanbevelingen
De belangrijkste aanbevelingen die Anne naar aanleiding van haar onderzoek heeft: geef deze vrouwen de tijd om een weloverwogen keuze te maken. Voer de druk niet op. Wees objectief in de informatie die je verstrekt als zorgverlener en wees daarin niet sturend. Anne: “Vrouwen vinden het heel logisch als een zorgverlener het vanuit zijn of haar optiek belangrijk vindt om te vaccineren en daar de redenen voor noemt, zolang ze ook zeggen dat de vrouw zélf de keuze mag maken.”
Anne vindt: “Het is belangrijk dat de GGD een veilige plek is voor iedereen en dat zorgverleners hen tegemoet komen in hun informatiebehoefte en hen ondersteunen in hun besluitvormingsproces. Ook reformatorische vrouwen kunnen verzanden in de hoeveelheid informatie op internet. Zorgverleners kunnen hen uitleg geven, ook over misinformatie die ze eventueel hebben gevonden.”