Kernwaarde Voorzieningen dichtbij

Kernwaarde Voorzieningen dichtbij

Een goede menging van functies zorgt voor een prettige woon- en werkomgeving gedurende de hele dag. In een buurt waar wonen, werken en een gevarieerd aanbod van voorzieningen (op het gebied van zorg, winkelen, ontspanning, ontwikkeling) goed gemengd zijn, wordt meer bewogen omdat zij lopend of met de fiets bereikbaar zijn. Dit zorgt er voor dat meer mensen de auto laten staan (en dus minder luchtverontreiniging, geluidsoverlast en verkeersproblemen). Goede functiemenging draagt tenslotte bij aan levendigheid en het ontmoeten van buurtgenoten.

Woningen kunnen de ontwikkelingsruimte voor industriële of agrarische bedrijven beperken. Dergelijke bedrijven kunnen (bijvoorbeeld door uitstoot van geur, geluid, stoffen) overlast, veiligheidsrisico’s en gezondheidsrisico’s met zich meebrengen. Dienstverlenende en MKB-bedrijven zoals bijvoorbeeld detailhandel kunnen de levendigheid van een buurt juist vergroten en zorgen voor werkgelegenheid, waarbij aandacht voor de ‘menselijke maat’ van belang is om overlast te voorkomen.

Terug naar het kernwaarden overzicht

Meng voorzieningen goed

Goed bereikbare voorzieningen, zoals zorg, winkels, ontspanning en scholen, en kleine detailhandel op korte afstand van woningen, stimuleert lopen en fietsen (en zorgt daarmee voor minder autoverkeer). Mensen bewegen daardoor meer. Het is dan wel belangrijk dat loop- en fietsroutes fijnmazig, direct, aantrekkelijk en (verkeers)veilig zijn en dat er geen barrières zijn zoals spoorlijnen of drukke wegen.

Een slimme combinatie van functies in ruimte en tijd bevordert het gebruik ervan door meerdere doelgroepen. Functiemenging bevordert ook de sociale cohesie doordat mensen elkaar ontmoeten in de buurt. Dat houdt de buurt levendig, benut de schaarse ruimte optimaal en biedt ook lokaal werk.

Advies 1: Lopen als strategie voor meer stedelijkheid: zorg dat agglomeratievoordelen maximaal worden benut , onnodige mobiliteit wordt voorkomen en keuzevrijheid in wonen, werken en vrijetijdsbesteding wordt vergroot door woningen op loop- (en fiets)afstand van plekken met een overschot aan werk en in de nabijheid van scholen, zorg en voorzieningen te bouwen.

▶ Meer informatie en/of voorbeelden: CRA voet

Advies 2: Dagelijkse voorzieningen en activiteiten zijn voor voetgangers en fietsers goed bereikbaar. Zorg voor aantrekkelijke, veilige routes met voldoende rustplekken voor ouderen en andere kwetsbare groepen.

▶ Meer informatie en/of voorbeelden: Amsterdamse beweeglogica, Crow

Advies 3: Voorzieningen voor kinderen, zoals school en speeltuin, zijn lopend of fietsend bereikbaar.

▶ Meer informatie en/of voorbeelden: Amsterdamse beweeglogica

Advies 4: Creëer natuurlijke ontmoetingspunten zoals kleine detailhandel, scholen, speel- en sportvoorzieningen.

▶ Meer informatie en/of voorbeelden: Gezond Ontwerp, Thema groen en water

Advies 5: Creëer meerwaarde bij het mengen van verschillende functies. Brede scholen vormen bijvoorbeeld een goede combinatie met kinderdagverblijven, gezondheidszorg en woningen.

▶ Meer informatie en/of voorbeelden: Gezond Ontwerp, Thema groen en water

Advies 6: Creëer meerwaarde bij het mengen van verschillende functies. In een buurtcentrum, dorpshuis, of in het oosten van het land vaak Kulturhus, kunnen verschillende maatschappelijke functies gecombineerd worden (denk bijvoorbeeld aan muziekles, bibliotheek, (para)medische spreekruimte, publieksfunctie gemeente, verenigingsleven, et cetera).

▶ Meer informatie en/of voorbeelden: Gezond Ontwerp, Thema groen en water

Advies 7: Gebruik de ruimte meervoudig, bijvoorbeeld met wonen boven winkels en parkeerplaatsen of een garage op het dak of onder een park. Wonen is ook goed te combineren met groen en water.

▶ Meer informatie en/of voorbeelden: Gezond Ontwerp, Thema groen en water

Advies 8: Gebruik de ruimte dubbel in de tijd: een parkeervoorziening voor woningen én kantoren of een speelvoorziening voor school én buurt.

▶ Meer informatie en/of voorbeelden: Gezond Ontwerp, Thema groen en water, Alles over sport

Advies 9: Creëer sociale wijkvoorzieningen en ontmoetingsplaatsen, met activiteiten zoals markten en festivals.

▶ Meer informatie en/of voorbeelden: Gezond Ontwerp, Thema groen en water

Advies 10: Kies in een stedelijke omgeving voor verdichten boven uitbreiden. Laat de uitbreiding van een stad of dorp goed aansluiten bij de bestaande wijken.

▶ Meer informatie en/of voorbeelden: Amsterdamse beweeglogica, Gezond Ontwerp, Thema groen en water

Terug naar het kernwaarden overzicht

Houd geluid, geur en stoffen op afstand

Het gaat hierbij vooral om bedrijven met uitstoot van geluid, geur of stoffen. Blootstelling hieraan kan leiden tot gezondheidsproblemen bij omwonenden zoals luchtwegklachten, verminderde longfunctie, slaapverstoring, of (ernstige) hinder en daarmee samenhangende klachten.

Advies 1: Beschrijf in de omgevingsvisie en -plannen de minimale afstand tussen emitterende, of anderszins (potentieel) overlastgevende industrie en gevoelige bestemmingen zoals woningen en scholen. Stel de ontwikkelruimte vast van bestaande bedrijven en bedrijfs-/industrieterreinen. Doe dit samen met inwoners en bedrijven.

Advies 2: Houd bij laden en lossen rekening met omwonenden. Dit kan door middel van afspraken over bijvoorbeeld (voorkeurs)tijden, het uitschakelen van koelinstallaties/ aggregaten of het toepassen van stillere (rubber)wielen of –apparaten.

▶ Meer informatie en/of voorbeelden: GGD richtlijn geluid

Advies 3: Richt een goed klachtenpunt in dat altijd bereikbaar is. Draag er zorg voor dat het klachtenpunt invloed kan uitoefenen op de overlast veroorzakende bedrijven (hetzij handhaving, hetzij terugvallen op eerder gemaakte onderlinge afspraken). Vergeet ook de terugkoppeling aan de klager niet, laat weten tot welke acties de klacht heeft geleid en wat hiervan verwacht kan worden (dialoog).

Advies 4: Heb extra aandacht voor veiligheid: draag zorg voor een goed rampenbestrijdingsplan, denk aan veilige transportroutes.

▶ Meer informatie en/of voorbeelden: Quickscan Gezonde Leefomgeving

Advies 5: Pas het principe van ‘inwaarts zoneren’ toe. De bedrijven die het meeste geluid of andere uitstoot produceren liggen dan in het centrum van het bedrijventerrein, zo ver mogelijk van woningen en scholen, de stillere en schonere bedrijven liggen aan de randen.

▶ Meer informatie en/of voorbeelden: Gezond Ontwerp, Thema groen en water

Advies 6: Voer een gebiedsgericht geluidbeleid: inzet op stiller materieel, inpakken van geluidbronnen, periodieke uitschakeling of verminderen van capaciteit van geluidbronnen, et cetera.

▶ Meer informatie en/of voorbeelden: GGD richtlijn geluid

Advies 7: Neem maatregelen om de uitstoot aan een schoorsteen/luchtafvoer te verminderen: verhogen schoorsteen, toepassen gaswassers, naverbranding afgassen, hogere emissiesnelheid rookgassen, et cetera.

▶ Meer informatie en/of voorbeelden: Quickscan Gezonde Leefomgeving, GGD richtlijn geur

Advies 8: Neem maatregelen om de uitstoot van een schoorsteen zich beter te laten verspreiden: vergroot de hoogte van de schoorsteen, vergroot de uittredesnelheid van het afgas of vergroot de warmte-inhoud van het afgas.

▶ Meer informatie en/of voorbeelden: GGD richtlijn geur

Advies 9: Neem ‘good housekeeping’ maatregelen om de geuruitstoot te verminderen zoals het goed afdekken van geurende materialen, het gesloten houden van ramen en deuren en andere ventilatieopeningen en het voorkomen van diffuse emissies.

▶ Meer informatie en/of voorbeelden: GGD richtlijn geur

Advies 10: Neem technische maatregelen om de geuruitstoot te verminderen, zoals het toepassen van luchtwassers, oxidatie van geurcomponenten met actieve zuurstof of naverbranding van afgassen.

▶ Meer informatie en/of voorbeelden: GGD richtlijn geur

Terug naar het kernwaarden overzicht

Houd veehouderijen op afstand

Mensen kunnen ziek worden van ziekteverwekkers die dieren in de veehouderij bij zich dragen (zoönosen), fijnstof en endotoxinen kunnen gezondheidsproblemen veroorzaken en mest kan tot geurhinder leiden. Omdat het vergroten van de afstand leidt tot lagere blootstelling, is het goed om uit voorzorg afstand in te bouwen tussen veehouderijen en gevoelige bestemmingen of groepen. Lokale afwegingen kunnen daarbij een rol spelen. Gevoelige bestemmingen zijn woningen, scholen en kinderopvang, maar ook bejaardenhuizen, verzorgings- en verpleegtehuizen, en ziekenhuizen.

Advies 1: Stel in de omgevingsvisie ambities vast voor de ontwikkelruimte van agrarische bedrijven, zoals veehouderijen. Maak gebiedsgerichte keuzes waarin gezondheid een plek heeft. Hierdoor is er enerzijds ruimte voor een agrarisch bedrijf om te ontwikkelen. Anderzijds zijn er ook gebieden waar woning- of natuurbouwontwikkeling mogelijk is. (zie ook onderstaand principe ‘participatie’).

▶ Meer informatie en/of voorbeelden: GGD richtlijn veehouderij

Advies 2: Neem maatregelen om de luchtkwaliteit (geur, fijn stof endotoxinen en ammoniak) te verbeteren, ook onder de wettelijke norm door vermindering van de emissie.

▶ Meer informatie en/of voorbeelden: GGD richtlijn veehouderij

Advies 3: Ga samen met gemeente en ondernemer(s) na of alle moeite is gedaan emissies zo laag mogelijk te krijgen. Vooral wanneer er een gevoelige bestemming in de nabijheid van een veehouderij ligt. Neem bij voorkeur doelvoorschriften op, en streef naar verdergaande maatregelen dan Best Beschikbare Technieken (BBT), ook voor bestaande stallen.

▶ Meer informatie en/of voorbeelden: GGD richtlijn veehouderij (voorbeeld Food Valley)

Advies 4: Wees terughoudend met het bouwen of uitbreiden veehouderijen binnen 250 meter van gevoelige bestemmingen, of het plaatsen van nieuwe gevoelige bestemmingen binnen 250 meter van een veehouderij. Dit hangt samen met de emissie van geur, fijn stof en endotoxinen. Wanneer het mogelijk is om meer afstand te houden tot gevoelige bestemmingen, heeft dat de voorkeur.

▶ Meer informatie en/of voorbeelden: GGD richtlijn veehouderij

Advies 5: Bij geitenhouderijen is er tot 2 kilometer een verhoogde kans op longontsteking bij omwonenden. Sta uit voorzorg geen uitbreiding of nieuwvestiging toe van geitenhouderijen in een straal van 2 kilometer van gevoelige bestemmingen, en plaats geen nieuwe gevoelige bestemming binnen 2 kilometer van een geitenhouderij.

▶ Meer informatie en/of voorbeelden: GGD richtlijn veehouderij (VGO elders)

Advies 6: Vraag maatwerkadvies van de regionale GGD bij multifunctioneel gebruik van agrarische bedrijven. De voor- en nadelen voor de gezondheid dienen goed afgewogen te worden. Gastouders en houders van een kinderopvang op een veehouderij moeten de ouders/verzorgers actief inlichten over de mogelijke gezondheidsrisico’s, zodat ouders/verzorgers zelf een afweging kunnen maken.

▶ Meer informatie en/of voorbeelden: GGD richtlijn veehouderij, Kennisplatform vee bericht

Advies 7: Wees terughoudend met het opvangen van gevoelige groepen binnen 250 meter van een veehouderij. Voor geitenhouderijen geldt een afstand van 2 kilometer. Terughoudend betekent niet doen, tenzij:
*er geen alternatieve locatie is en sprake is van een groot maatschappelijk belang van de opvang van gevoelige groepen (afweging door lokaal bevoegd gezag), én;
*op de locatie van de nieuwe opvang van gevoelige groepen geen overmatige geurbelasting is.

Advies 8: Wees terughoudend met het plaatsen van nieuwe gevoelige bestemmingen in veedichte gebieden met meer dan vijftien bedrijven binnen een straal van 1 kilometer. De dichtheid van bedrijven is gerelateerd aan een toename van gezondheidsklachten bij omwonenden.

▶ Meer informatie en/of voorbeelden: GGD richtlijn veehouderij

Advies 9: Heb aandacht voor het voorkómen van overdraagbare infectieziekten van dier op mens, vooral bij hoge mens-dier dichtheid in een gebied. Zoek samen met het veehouderijbedrijf naar mogelijkheden om maatregelen toe te passen. Denk daarbij aan hygiënemaatregelen, het betrekken van een dierenarts bij het stalontwerp, gesloten bedrijfsvoering, verlagen van het antibioticagebruik, kwaliteitssystemen als IKB, Keurmerk Zoönose en goede ongediertebestrijding.

▶ Meer informatie en/of voorbeelden: Kennisplatform Veehouderij

Advies 10: Probeer nieuwe stallen of gebouwen zo veel als mogelijk in het landschap in te passen. Criteria voor een landschappelijk inpassing van veehouderijbedrijven kunnen door de gemeente worden vastgelegd in een Landschappelijk OntwikkelingsPlan (LOP). Ervaring leert dat actieve inzet hierop leidt tot samenwerking en positieve contacten tussen omwonenden van veehouderijen, de ondernemer en de gemeente.

▶ Meer informatie en/of voorbeelden: GGD richtlijn veehouderij

Advies 11: Routing van zwaar (landbouw)verkeer dient te gaan over wegen waar zwaar transport gescheiden is van langzaam verkeer (fietsers en wandelaars). Het is in het belang van de kinderen op een kinderopvang of een school om de routing van zwaar landbouwverkeer niet langs deze objecten te laten lopen.

▶ Meer informatie en/of voorbeelden: GGD richtlijn veehouderij

Advies 12: Beperk overlast voor de omgeving tot een minimum door transport, laad- en losactiviteiten zo veel mogelijk in de dagperiode plaats te laten vinden. Lokaliseer de laad-/losplaats voor dieren en mest op een gunstige plaats, afgeschermd van de openbare weg en op een locatie waar geluid naar de omgeving kan worden beperkt. Hierbij kan men denken aan het inpandig maken van een laad- en losplaats of deze plaats aan de achterzijde van een bedrijf te plaatsen.

▶ Meer informatie en/of voorbeelden: GGD richtlijn lucht, GGD richtlijn veehouderij

Advies 13: Werk aan vertrouwen en een goede relatie met omwonenden. Dit kan door het erkennen van bezorgdheid en het serieus nemen van vragen, door wel de ondernemer als de gemeente en de regionale GGD. Bijvoorbeeld door besluiten goed uit te leggen en de randvoorwaarden voor ontwikkeling van veehouderij of gebied duidelijk te maken. Ook maatregelen nemen, het zichtbaar controleren van deze maatregelen en het verbinden van consequenties aan het afwijken hiervan, draagt bij aan vertrouwen. Tijdig en duidelijk communiceren door de ondernemer over ontwikkelingen op het bedrijf kan bijvoorbeeld door een speciale webpagina, een buurtapp of een nieuwsbrief.

▶ Meer informatie en/of voorbeelden: GGD richtlijn veehouderij

Advies 14: Richt een goed klachtenpunt in dat altijd bereikbaar is. Draag er zorg voor dat het klachtenpunt invloed kan uitoefenen op de overlast veroorzakende bedrijven (hetzij handhaving, hetzij terugvallen op eerder gemaakte onderlinge afspraken). Vergeet ook de terugkoppeling aan de klager niet, laat weten tot welke acties de klacht heeft geleid en wat hiervan verwacht kan worden (dialoog).

Terug naar het kernwaarden overzicht

Houd installaties op afstand

De komende jaren schakelen we meer en meer over van fossiele energie naar duurzame energie (energietransitie). Dat is afgesproken in het Klimaatakkoord. Hiervoor worden onder meer Regionale Energie Strategieën (RES) en gemeentelijke warmtevisies ontwikkeld. Duurzame energie wordt onder meer opgewekt door windturbines, zonnepanelen en gebruik van biomassa. Windturbines, zonneparken en installaties voor verbranding, vergassing of vergisting van biomassa kunnen leiden tot onder meer geluidoverlast, lichtschittering en geuroverlast.

Deze installaties kunnen direct effecten veroorzaken op de gezondheid door bijvoorbeeld geluid, lichtschittering, geur en luchtverontreiniging. Gezondheid moet vroegtijdig meegenomen worden in de plannen en besluitvorming. Ook kan veel onrust ontstaan bij omwonenden van geplande installaties. Vroegtijdige participatie van omwonenden is van groot belang.

Advies 1: Houd bij locatiekeuze van installaties als windturbines, zonneparken en biomassa installaties rekening met gezondheidseffecten bij omwonenden door blootstelling aan onder meer geluid, lichtschittering, geur en luchtverontreiniging.

▶ Meer informatie en/of voorbeelden: Informatieblad Windturbines, GGD standpunt biomassacentrales

Advies 2: Zorg voor goede landschappelijke inpassing.

▶ Meer informatie en/of voorbeelden: Informatieblad Windturbines

Advies 3: Voorkom overlast door lichtschittering van zonnepanelen, bijvoorbeeld door keuze van panelen met minder schittering.
Advies 4: Houd ook bij locatiekeuze van randapparatuur, transformatoren en (ondergrondse) stroomkabels rekening met omwonenden.

Advies 5: Houd rekening met voorzorgsprincipe, 0,4 µT (microtesla) en met de mogelijke risicofactoren in verband met de toename van de elektro infrastructuur.

▶ Meer informatie en/of voorbeelden: Informatiepunt leefomgeving, kennisplatform

Advies 6: Zet een klachtensysteem met betrekking tot windturbines op, met herkenbare en laagdrempelig benaderbare contactpersonen, zowel tijdens de bouwfase als daarna.

Terug naar het kernwaarden overzicht

Houd overlastgevende bedrijven op afstand

Ook grote dienstverlenende bedrijven of een sterke verzameling van dergelijke bedrijven (campus-achtige structuren, winkelcentra) kunnen leiden tot een onprettig leefklimaat. Denk dan aan zaken als een hoge parkeerdruk, eenzijdige voorzieningen (veel koffie- en lunchrooms en weinig avondhoreca, veel kioskachtige detailhandel, weinig ‘gewone’ levensmiddelenwinkels) en weinig sociale controle ’s avonds of in het weekend.

Dergelijke bedrijven of gebieden kunnen ook een barrièrewerking hebben, waardoor (voorzieningen in) andere delen van de wijk of kern minder goed of prettig toegankelijk zijn. Anderzijds kunnen dienstverlenende en MKB-bedrijven zoals bijv. detailhandel de levendigheid van een buurt juist vergroten en zorgen voor werkgelegenheid. Aandacht voor de ‘menselijke maat’ is van belang om overlast te voorkomen.

Advies 1: Beschrijf in de omgevingsvisie en -plannen de minimale afstand tussen potentieel overlastgevende bedrijven en gevoelige bestemmingen zoals woningen en scholen. Stel de ontwikkelruimte vast van bestaande bedrijven en bedrijfsterreinen. Doe dit samen met inwoners en bedrijven.
Advies 2: Beschrijf in de omgevingsvisie en –plannen hoe de mix van functies (wonen, werken) er uitziet en welke voorwaarden daar aan verbonden zijn. Heb oog voor economische factoren, maar weeg leefbaarheid zeker net zo goed mee.
Advies 3: Richt een goed klachtenpunt in dat altijd bereikbaar is. Draag er zorg voor dat het klachtenpunt invloed kan uitoefenen op de overlast veroorzakende bedrijven (hetzij handhaving, hetzij terugvallen op eerder gemaakte onderlinge afspraken).

Terug naar het kernwaarden overzicht

Geef het goede voorbeeld

In de eigen organisatie (GGD’en, gemeenten, andere overheid) zijn er ook keuzes die te maken hebben met functiemenging en overlastgevende bedrijven. Practice what you preach en geef het goede voorbeeld!

Advies 1: Draag zorg voor goede menging van eigen voorzieningen (bijvoorbeeld consultatiebureau of reizigersspreekuur van de GGD’en en het loket burgerzaken van de gemeente) in de verschillende kernen en/of wijken.
Advies 2: Draag zorg voor een goede menging van maatschappelijke voorzieningen waar de gemeente invloed heeft . Heb hierbij aandacht voor de ‘menselijke maat’ om ook in avonduren en weekend een prettige leefomgeving te waarborgen, dit geldt met name bij grote voorzieningen zoals zorgcomplexen of voortgezet/hoger onderwijs.

▶ Meer informatie en/of voorbeelden: Houd overlastgevende bedrijven op afstand

Advies 3: Zorg voor goede handhaving en toezicht op bedrijven.

Terug naar het kernwaarden overzicht

Bevorder participatie

Gebruikers zijn alleen tevreden over hun leefomgeving als deze aansluit op hun behoeften. Dat kan door middel van een goed proces met burgerparticipatie. Burgerparticipatie betekent dat bewoners actief meedoen bij de planning, ontwikkeling, uitvoering, beheer en/of evaluatie van een omgevingsplan, omgevingsvergunning of ontwikkelplan. Vroegtijdig samenwerken vergroot de kwaliteit van oplossingen en zorgt ervoor dat verschillende perspectieven, kennis en creativiteit direct op tafel komen.

Participatie is gebaseerd op vertrouwen, zowel van professionals in burgers als omgekeerd. Er zijn verschillende niveaus van participatie mogelijk, van informeren, raadplegen en adviseren tot coproduceren of meebeslissen. Het doel van het inzetten van de bewonersparticipatie bepaalt mede de methode die gebruikt wordt en de te betrekken bewoners(groepen). Participatie is altijd maatwerk.

Advies 1: Maak vooraf afspraken met elkaar over het doel van participatie en de bijbehorende randvoorwaarden. Doorloop daarvoor bijvoorbeeld het stappenplan in de ‘handreiking bewonersparticipatie bij de inrichting van een gezonde leefomgeving’.

▶ Meer informatie en/of voorbeelden: RIVM handreiking bewonersparticipatie, Inspiratiegids participatie, Loket Gezond Leven

Advies 2: Bepaal de geschikte methode(s) van bewonersparticipatie. Doorloop daarvoor bijvoorbeeld het stappenplan in de ‘handreiking bewonersparticipatie bij de inrichting van een gezonde leefomgeving’.

▶ Meer informatie en/of voorbeelden: RIVM handreiking bewonersparticipatie, Inspiratiegids participatie

Advies 3: Betrek omwonenden vroegtijdig bij plannen voor windturbines, zonneparken en biomassa-installaties. Denk bij windparken en zonneparken ook aan het oprichten van een leefbaarheidsfonds en/of financiële participatie. En maak verschil tussen participatie in beleidsvorming (zoals het RES-proces) of participatie in projectontwikkeling (zoals ontwikkeling en realisatie van een windpark).

▶ Meer informatie en/of voorbeelden: Handreiking participatie RES

Advies 4: Heb aandacht voor representativiteit en afspiegeling van de burgers die het aangaat en zij die meedoen in het participatieproces.

▶ Meer informatie en/of voorbeelden: Pharos

Advies 5: Gebruik in complexe situaties rondom veehouderijen het Beoordelingskader Veehouderij.

▶ Meer informatie en/of voorbeelden: Beoordelingskader veehouderij

Advies 6: Betrek bewoners en bedrijven bij vergunningverlening door het vroegtijdig opzetten van een maatschappelijke dialoog tussen de vergunningaanvrager en omwonenden. Dit is een instrument om gezamenlijk tot een oplossing te komen in complexe vraagstukken.

▶ Meer informatie en/of voorbeelden: Kennisplatform veehouderij, handreiking dialoog

Terug naar het kernwaarden overzicht


Klik hier voor de online versie van deze praatplaat.


Klik hier voor de online versie van deze praatplaat.


Klik hier voor de online versie van deze praatplaat.