GGD advisering – uitgangspunten
GGD’en adviseren hun gemeenten bij het schoner en gezonder maken van de lucht. Hierbij verbinden zij het luchtkwaliteitsbeleid (Schone Lucht Akkoord, stikstofdossier) met ontwikkelingen zoals het klimaatbeleid en het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA). Ook in het lokaal gemeentelijk beleid zijn er vaak vele meekoppelkansen (zie de infographic).
Informatie over luchtkwaliteit en uw eigen gezondheid leest via GGD Leefomgeving.
GGD’en adviseren hun gemeenten op maat, rekening houdend met de specifieke lokale context. Hierbij baseren de GGD’en zich op de Richtlijn Luchtkwaliteit en Gezondheid, met daarin de volgende uitgangspunten:
1. Neem maatregelen om de luchtkwaliteit te verbeteren, ook onder de norm
Er wordt vaak gedacht dat de gezondheid voldoende beschermd is als aan de wettelijke normen voor luchtkwaliteit is voldaan. Dat klopt niet. Elke verbetering van de luchtkwaliteit betekent gezondheidswinst. De GGD vindt het daarom belangrijk om te blijven werken aan een verbetering van de luchtkwaliteit, ook nu vrijwel overal in Nederland wordt voldaan aan de wettelijke normen.
GGD-adviseert: Neem maatregelen om de luchtkwaliteit te verbeteren, ook onder de norm
2. Een betere luchtkwaliteit is een gezamenlijke verantwoordelijkheid
Voor het verbeteren van de luchtkwaliteit zijn zowel lokale, regionale, nationale als internationale maatregelen nodig. Overheden en andere partijen moeten daarom samenwerken en niet naar elkaar wijzen. Daarnaast is het belangrijk dat ook burgers hun steentje bijdragen, bijvoorbeeld door vaker de auto te laten staan en geen of minder hout te stoken. De GGD vindt het belangrijk dat iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt bij het werken aan een betere luchtkwaliteit.
GGD-adviseert: Een betere luchtkwaliteit is een gezamenlijke verantwoordelijkheid
3. Neem de meest effectieve maatregelen voor een gezonde luchtkwaliteit
Welke maatregelen effectief zijn, is afhankelijk van de lokale situatie. Er wordt onderscheid gemaakt tussen bronmaatregelen, overdrachtsmaatregelen en maatregelen bij de ontvanger. Bronmaatregelen zoals het instellen van een milieuzone of het beperken van de emissie uit een stal, zijn altijd effectief en hebben daarom gezondheidskundig de voorkeur. Zowel overdrachtsmaatregelen als maatregelen bij de ontvanger kunnen in bepaalde situaties tot verbetering leiden maar soms ook juist niet, er is niet universeel te zeggen of ze voor de gezondheid een goede of slechte keuze zijn.
GGD-adviseert: Neem de meest effectieve maatregel voor een gezonde luchtkwaliteit
4. Gevoelige bestemmingen op afstand van drukke wegen en veehouderijen
Gezondheidsrisico’s van omwonenden nemen toe naarmate de afstand tot de weg kleiner is, ook wanneer de luchtkwaliteit aan de Europese grenswaarden voldoet. Woningen en voorzieningen waar kinderen, ouderen, zwangere vrouwen of mensen met een zwakke gezondheid langdurig verblijven moeten daarom op ruime afstand van drukke wegen worden gerealiseerd.
De GGD’en adviseren te streven naar een zo goed mogelijke luchtkwaliteit om daarmee de gezondheid te beschermen. Om hooggevoelige groepen te beschermen tegen de extra gezondheidsrisico’s door de uitstoot van verkeer, adviseren de GGD’en:
- Situeer gevoelige bestemmingen op zoveel mogelijk afstand van drukke wegen, onafhankelijk van de achtergrondconcentratie ter plaatse.
- Hoe verder van de weg, hoe schoner de lucht en dus hoe gezonder. Meer afstand leidt tot meer gezondheidswinst. Hanteer hierbij de volgende minimale afstanden:
- Snelweg: ten minste 150 meter
- Drukke weg buiten de bebouwde kom: ten minste 50 meter
- Drukke weg binnen de bebouwde kom: ten minste 25 meter
N.B. Ook de luchtkwaliteit nabij veehouderijen geeft gezondheidsrisico’s. In de GGD Richtlijn Veehouderij en Gezondheid staan afstandsadviezen voor gevoelige bestemmingen in de nabijheid van veehouderijen.
GGD-adviseert: Gevoelige bestemmingen op afstand van drukke wegen.