Experimenteren en leren

Experimenteren en leren

Innovatie en reflectieve (bestuur/proces)monitoring

Dit stuk van het bestuurlijk handvat omvat het proces van oefenen, monitoren, evalueren en leren. Door te monitoren worden inzichten verkregen in de effecten van activiteiten alsook in het succes of falen van processen. Waar nodig kunnen dan verbeteringen worden aangebracht. Monitoring kan dus zowel naar inhoud als naar proces. Kennisontwikkeling en training maken hier nadrukkelijk ook onderdeel uit van experimenten en leren.

Het leren werken met het handvat vraagt ook om relevante praktijkvoorbeelden.

Welke vragen kunnen bestuurders hiermee beantwoorden?

  • Q: draagt mijn beleidsprogramma bij aan de gewenste doelen?
  • Q: werken de programma’s en projecten integraal genoeg?
  • Q: is mijn investeringsagenda voldoende sturend in gezonde verstedelijking?
  • Q: wordt wat er in Omgevingsvisies en Omgevingsplannen als uitgangspunten is opgenomen voldoende nagestreefd en gerealiseerd?

Instrumenten

  • Inhoudelijke, technische instrumenten – vaak ook de tools uit het kwadrant ‘Urgentie en opgaven’ en dan met een nieuw richtjaar, waarin ook beoordeeld kan worden óf en hoe het beleid rendeert.
  • Proces instrumenten – reflectieve monitoring (TNO), beleidsmonitoring (PBL).

 

TERUG NAAR HET BESTUURLIJK HANDVAT